Paragraaf 3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico's

Risico’s ruimtelijk-economisch domein

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken / grondexploitaties)

Programma

Economie en werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.

De risico’s zijn met behulp van de risicoboxenmethode gekwantificeerd. De minimale omvang van de risico's die verband houden met grondexploitaties en nog in exploitatie te nemen gronden bedraagt afgerond  in 2020  81 miljoen euro en in 2021 80 miljoen euro. Dit risico heeft betrekking op alle lopende grondexploitaties inclusief Meerstad. Het risico Meerstad is vanaf 2019 gedaald omdat rekening wordt gehouden met het geprognotiseerde voordeel in de grondexploitatie Meerstad. Met dat voordeel heeft Meerstad een buffer om de nadelige effecten van nadelige scenario’s op te vangen. Het risico Meerstad is voor 2020  berekend op 44 miljoen euro. Het risico voor de overige gemeentelijke grondexploitaties is in totaal berekend op 37 miljoen euro.  De uitkomst van de risicoboxensystematiek nemen we, conform de kadernota weerstandsvermogen, geheel mee in onze bepaling van het benodigde weerstandsvermogen, vandaar dat de kans op 100% wordt gesteld.

Risicobedrag 2020

81,045 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

80,230 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

79,150 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

72,0 miljoen euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

Binnen de grondexploitatie wordt gestuurd op de beheersing van de risico’s. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Naam risico  

Verkeer- en vervoersprojecten

Programma

Verkeer

Omschrijving

Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.
Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden.
Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten.
Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro,) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen.

Zernikelaan
Voor het project Zernikelaan ramen we het risico op 10% van het gemeentelijk aandeel in de totale financiering (RUG en Hanzehogeschool nemen ook een deel van de kosten voor hun rekening en een deel van de dekking komt uit de middelen voor de Netwerkanalyse). De risico’s worden gelijk verdeeld over gemeente, RUG en Hanzehogeschool.
Dat betekent dat over een bedrag van 4,37 miljoen euro een risicoberekening plaatsvindt. Het risico komt daarmee op 437 duizend euro. De kans van optreden komt op 50%. Risicobedrag van afgerond 200 duizend euro blijft constant gedurende de komende jaren. Bij oplevering kan het risico vervallen.

Stationsgebied Haren
De gemeente werkt aan de ontwikkeling van het Stationsgebied in Haren. Onderdeel van de ontwikkeling is het realiseren van een fiets- voetgangersverbinding tussen Oosterhaar en het centrum van Haren, ter hoogte van het station. Daarnaast wordt de omgeving van het station aangepakt. Het risico bij de investeringen in het stationsgebied van Haren wordt ingeschat op 800 duizend euro. Dit risico bestaat voor het grootste deel uit een risico op vertraging,  risico op verlies van cofinanciering en het risico op hogere uitvoeringskosten.

Risicobedrag 2020

1,0 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

1,0 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

1,0 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

1,0 miljoen euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

Naam risico  

Risico's bodemsanering

Programma

Onderhoud en beheer openbare ruimte

Omschrijving

Dit risico is ten opzichte van de begroting 2019/rekening 2018 niet gewijzigd. Bij de rekening 2019 actualiseren we het risico.

Groningen
In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat de bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn. Nagenoeg alle locaties zijn beheerst of gesaneerd. Het project aanpak spoedlocaties is begin 2018 afgesloten. De kans dat is klein dat er nog kosten  voor rekening van de gemeente komen (de mogelijk nog te maken kosten komen in eerste instantie voor rekening van derden).  Voor het onderdeel spoedlocaties houden we geen rekening meer  met een risico.

Los van de spoedlocaties kunnen zich nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen en randvoorwaarden bodem). In het geval deze situaties zich aandienen moeten we middelen beschikbaar stellen voor aanvullend (risico) onderzoek, eventuele tijdelijke beheermaatregelen en op iets langere termijn voor een definitieve oplossing. Voor het bepalen van het risico houden we rekening met kosten voor onderzoek en beheersmaatregelen.
Uitgaande van 3 gevallen per jaar schatten we het risico in op €500 duizend. Het gaat om een structureel risico.

Haren
 In Haren is sprake van een aantal bekende bodemverontreinigingen waarvoor nog geen sanering is voorzien en waarbij de kosten van een eventuele sanering en het gemeentelijk aandeel daarin onbekend zijn. Daarnaast is het mogelijk dat verontreinigingen aan het licht komen die nu nog onbekend zijn. In een aantal oudere gebouwen is asbest aanwezig met de daaraan verbonden risico’s. Voor Haren houden we rekening met een risico van €1 miljoen en een kans van 50%.

Ten Boer
Voor Woltersum is in 2018 een besluit genomen om de voormalige vuilstort volledig te verwijderen . Daarmee is er geen sprake meer van een risico. Er wordt meegewerkt met een provinciaal project om meer zicht te krijgen op ernstig verontreinigde locaties in Ten Boer. De kans dat dergelijke locaties worden gevonden wordt als klein ingeschat.
Voor Ten boer houden we rekening met een risico van 500 duizend euro met een kans van 50%.
Voor de nieuwe gemeente Groningen is het effect op het benodigd weerstandsvermogen in totaal (kans*effect) 650 duizend euro incidenteel en 375 duizend euro structureel.

Risicobedrag 2020

0,5 miljoen euro structureel
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2020

30-75%

Risicobedrag 2021

0,5 miljoen euro structureel
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2021

30-75%

Risicobedrag 2022

0,5 miljoen euro structureel
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2022

30-75%

Risicobedrag 2023

0,5 miljoen euro structureel
1,5 miljoen euro incidenteel

Kans 2023

30-75%

Structureel/Incidenteel

Structureel en incidenteel

1e signaleringsmoment

2001

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Programma

Verkeer

Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren. Op basis van de meerjarenprognose 2020 is het incidentele risico gekwantificeerd op 1,4 miljoen euro voor de periode 2020-2023.
Ten opzichte van het risico in de rekening 2018 is het risico voor de jaarschijf 2020 met circa 0,6 miljoen euro afgenomen. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:
1) Lager renterisico
Voor 2023 is in de rekening 2018 rekening gehouden met een rentestijging, bij de actualisatie van de begroting 2020 is de rente voor 4 jaar ingerekend op de rop van 2020. Hierdoor neemt het renterisico af met 0,2 miljoen euro.
2) Lager risico bezettingsgraad parkeergarages
De exploitaties van de Damsterdiepgarage, Boterdiepgarage en Forum garage zijn opnieuw beoordeeld en begroot, mede op basis van de realisatiecijfers vanuit de jaarrekening 2018. Dit leidt tot een lager risico van 0,6 miljoen euro.
3) Hoger risico straatparkeren
Het hogere risico 0,15 miljoen wordt verklaard doordat er meer opbrengsten zijn begroot, oa als gevolg van de tariefsverhoging op vergunningen.

  1.  

Risicobedrag 2020

1,40 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

1,58 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

1,65 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

1,78 miljoen euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

Naam risico  

Risico parkeerhandhaving

Programma

Verkeer

Omschrijving

In de begroting houden we rekening met een geraamde opbrengst uit naheffingsaanslagen. We lopen een risico dat we de geraamde opbrengst in een jaar niet kunnen realiseren. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld weersinvloeden die de handhaving bemoeilijken of technische storingen waardoor er niet gehandhaafd kan worden. Pas aan het eind van het jaar blijkt of de geprognosticeerde opbrengst is gehaald en of het risico zich voordoet.
We schatten het structurele risico in op 150 duizend euro tot 200 duizend euro. Voor het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen houden we rekening met 200 duizend euro en een kans van optreden van 75%.

Risicobedrag 2020

200 duizend euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

200 duizend euro

Kans 2021

75%

Risicobedrag 2022

200 duizend euro

Kans 2022

75%

Risicobedrag 2023

200 duizend euro

Kans 2023

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2018

Actie

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV

Programma

Wonen

Omschrijving

WarmteStad heeft op dit moment 2 typen activiteiten:
• Het ontwikkelen en exploiteren van het warmtenet Noordwest.
• Het ontwikkelen en exploiteren van collectieve Warmte en Koude-opslagsystemen. Via Warmtestad investeert de gemeente in warmteprojecten gericht op een CO2 neutrale stad in 2035. WarmteStad heeft aandacht voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Voor de resterende risico’s voor de gemeente is het weerstandsvermogen versterkt.

1. Warmtenet Noordwest
Voor de Investering geothermie en warmtenet Noordwest is op 8 juni 2016 het weerstandsvermogen versterkt met 1,3 miljoen euro. Dit is 18% van de geïnvesteerde 7 miljoen euro. Met het besluit om geothermie niet meer te ontwikkelen is een verliesvoorziening gevormd van 3 miljoen euro. In april 2018 is WarmteStad een overbruggingskrediet verstrekt van 1,3 miljoen euro t.b.v. Tijdelijke Warmte Opwek. Het risicoprofiel is daarbij gesteld op 8% van het uitgeleende bedrag en 104 duizend euro weerstandsvermogen gevormd. Op 31 oktober 2018 is besloten om WarmteStad een overbruggingskrediet te verstrekken van 3 miljoen euro voor de eerste uitbreiding van het warmtenet. Het weerstandsvermogen is 240 duizend euro. In het voorjaar van 2019 ligt de integrale Business Case voor warmtenet Noordwest.
Huidig risicoprofiel WarmteStad Noordwest BV.
Destijds is risicoprofiel gesteld op 14%. Inmiddels is een deel van het Warmtenet gerealiseerd, zijn er voor 4.300 WE warmte contracten gesloten en levert sinds najaar 2018 de eerste warmte vanuit het warmtenet Noordwest.  Alle condities die ten tijde van het risicoprofiel voor een warmtenet Noordwest (gebaseerd op geothermie) destijds nog in ontwikkeling of nog onzeker waren zijn nu aanzienlijk verlaagd. Tot slot kennen de technieken die nu bekeken worden voor de nieuwe warmtebron niet het risico van het mislukken van de put. Het gaat om bestaande technieken met lage kans op risico’s en daar komt bij dat onze medeaandeelhouder op dit gebied veel kennis in huis heeft. Dit overziend wordt het risicopercentage gesteld op 8%.

2. WKO-programma en risicoprofiel
WarmteStad werkt stap voor stap het WKO programma uit. Op 19 februari 2015 is 750 duizend euro rekening-courant ter beschikking gesteld voor WKO Europapark. En is een bestemmings-reserve ingesteld ter grootte van 57 duizend euro. Risicoprofiel WKO is 8%. Voor het  financieel meerjarenplan (FMJP) 2017-2021 heeft de  gemeente besloten 3,875 miljoen euro aan leningen te verstrekken. Op 31 mei 2017 is 2 miljoen euro voor jaarschijf 2017 ter beschikking gesteld. Het WKO-programma draait op een bewezen techniek en al bestaande bronnen. Het risicoprofiel is 8%. Weerstandsvermogen is 160 duizend euro. In september 2018 is de resterende 1,875 miljoen euro (2018 – 2021) beschikbaar gesteld. Het weerstandsvermogen is 150 duizend euro (8%).

Risicobedrag 2020

1,434 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

1,434 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

1,434 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

1,434 miljoen euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Garantie op leningen van GEM Haren Noord

Programma

Wonen

Omschrijving

De gemeente heeft in het kader van de financiering van de woningbouw in Haren Noord een garantie van maximaal 6 miljoen euro afgegeven op een lening die is aangetrokken door de Gemeenschappelijke Exploitatiemaatschappij (GEM) Haren Noord Beheer C.V. Dit bedrag is voor de helft afgedekt door contra-garanties van de moederbedrijven van de in GEM Haren Noord C.V. deelnemende marktpartijen. De garanties lopen nog tot en met 2020.
Het resterende risico is verminderd middels diverse maatregelen in de bedrijfsvoering (zoals de wijze van fasering van de ontwikkeling van het gebied en de ‘grond-routing’). Voor de financieringsconstructie met gemeentegarantie is gekozen vanwege de substantiële rentevoordelen, waarvan de gemeente via het resultaat op de grondexploitatie mee profiteert. Om te zorgen dat er bij deze constructie geen sprake is van staatssteun, betaalt de CV gedurende de looptijd van de garantie een borgstellingsprovisie aan de gemeente.
Voor het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen houden we rekening met een risico van 3 miljoen euro (verstrekte garantie verminderd met de contra-garanties door de deelnemende marktpartijen) en een kans van optreden van 10% (overeenkomstig de inschatting van de gemeente Haren).

Naast dit risico is bij Haren Noord ook sprake van kansen op het halen van voordelen die nog niet in de begroting zijn opgenomen. Het gaat om:

  • De boekwinst die ontstaat bij de economische overdracht van de gemeente aan de GEM. Hiervan is reeds 3,3 miljoen euro gerealiseerd. Het laatste deel 514 duizend euro zal naar verwachting in 2019 worden gerealiseerd.
  • In de door de aandeelhouders van GEM Haren Noord vastgestelde herziene grondexploitatie 2018 is sprake van een geraamde winst van circa 4,43 miljoen euro.  Een eventueel gerealiseerde winst zal aan de aandeelhouders worden uitgekeerd. De gemeente heeft inmiddels 0,9 miljoen euro aan tussentijdse winstuitkeringen ontvangen. Op basis van de grondexploitatie 2018 verwachten we nog een aanvullende uitkering van 1,3 miljoen euro.

Risicobedrag 2020

3 miljoen euro

Kans 2020

10%

Risicobedrag 2021

3 miljoen euro

Kans 2021

10%

Risicobedrag 2022

3 miljoen euro

Kans 2022

10%

Risicobedrag 2023

3 miljoen euro

Kans 2023

10%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2019

Actie

Risico’s sociaal-maatschappelijk domein

Naam risico  

Risico's sociaal domein

Programma

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Sinds de decentralisatie in 2015 en de daarmee gepaard gaande rijksbezuinigingen staan de zorgkosten budgetten onder druk en zijn op begrotings- en rekeningsbasis tekorten aangevuld. Ter beheersing van deze problematiek streven wij er naar om door transformatie minder in te hoeven zetten op zwaardere zorg door te investeren in preventie aan de voorkant, de ontwikkeling van (basis) voorzieningen dichtbij, door burgerkracht en door stimuleren van zelf- en samenredzaamheid. Deze op transformatie gerichte beweging is onder meer in gang gezet door een gerichte opdrachtverlening aan Stichting WIJ Groningen, door het in werking stellen van het Gebieds Ondersteunend Netwerk (GON) en een verdere decentralisering van Beschermd Wonen. Belangrijke ontwikkelingen komende periode zijn o.a. de aanpak voor multiprobleemgezinnen waar spraken is van stapeling van door gemeente verstrekte voorzieningen en de inzet op Ondersteuner Jeugd en Gezin.

Het risico sociaal domein is voor deze begroting herijkt. We onderscheiden deze zoals voorheen in een risico op zorggebruik WMO een risico op de transformatie van dure naar goedkopere zorg en een risico op hogere kosten jeugdzorg.  

Het risico op zorggebruik Wmo en jeugd houdt in dat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. Daarom rekenen we met verschillende groeiscenario’s. Het risico op transformatie houdt in dat het onzeker is dat de geraamde besparingen van dure naar goedkopere zorg daadwerkelijk gerealiseerd wordt.  Hierbij is rekening gehouden met de maatregelen uit het nieuwe coalitieakkoord en recente ombuigingen. Die maatregelen leiden tot een verhoging van het risico. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren wordt gemonitord en waar nodig zal bijgestuurd worden.  

Het risico Sociaal domein is volledig geactualiseerd.  De risicobedragen van de genoemde onderdelen (zorggebruik jeugd en WMO, transformatie/bezuinigingen) zijn tot stand gekomen door voor verschillende bandbreedtes te bepalen wat de kans is dat het risico binnen de betreffende bandbreedte valt. Omdat daarbij al rekening wordt gehouden met de kans dat het risico binnen bepaalde bandbreedtes valt, wordt de uitkomst volledig meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.
Het totale structurele risico VSD komt daarmee voor 2020 op 6,2 miljoen euro (kans * effect).

Risicobedrag 2020

6,2 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

11 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

12,2 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

12,7 miljoen euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Maart 2014

Actie

Wij hebben de laatste jaren al maatregelen genomen om te zorgen dat de zorgkosten beter in control komen. Hierbij hebben we nadrukkelijk een koppeling gelegd tussen beleid, uitvoering en geld. Met de GON is een belangrijke stap gezet  in de beheersing van de WMO begroting.

Verder is de ontwikkeling van de informatievoorziening van groot belang. We willen de ontwikkeling van het zorgverbruik, de substitutie van de verschillende sporen en de effecten van interventies beter in beeld krijgen. Deze informatievoorziening komt gestaag op gang, maar is nog niet op het gewenste niveau.  
Ten aanzien van de jeugdhulp zijn er belangrijke lijnen waarlangs gemeenten, via de RIGG of zelf,  invloed kunnen uitoefenen zoals sturing op toegang jeugdhulp, inzet van Ondersteuner Jeugd en Gezin, sturing op contacten met aanbieders, sturing op financiën en lobby. Als gevolg van de grote financiële problematiek worden via al die lijnen maatregelen genomen.  De in gang gezette beweging zal echter lange adem vragen en niet in 2020 opgelost worden.

We geven prioriteit aan de genoemde verbeterslagen en gaan dit sociaal domein breed zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau aansturen.

 

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Programma

Werk en Inkomen

Omschrijving

In de begroting 2020 wordt uitgegaan van een negatief saldo op de BUIG 12,6 miljoen euro. Aanname hierbij is dat het budgetaandeel in 2020 gelijk is aan dat in 2019 en dat het aandeel in de landelijke uitgaven in 2020 gelijk is aan dat in 2018. In tegenstelling tot wat we in de begroting 2019 hebben opgenomen, gaan we er niet van uit dat de uitgaven zich in 2019 en 2020 verbeteren als gevolg van de maatregelen die in de begroting 2018 zijn ingezet.

In de begroting 2019 worden maatregelen voorgesteld om het tekort op de BUIG in de komende jaren terug te brengen. De belangrijkste maatregelen zijn gericht op het beperken van de instoom en het versnellen van de uitstroom in het eerste jaar. In de begroting 2019 is vanaf jaarschijf 2020 een indicatie van de opbrengsten van de maatregelen opgenomen. Het risico is dat we de ingeschatte besparing niet kunnen realiseren.

Risicobedrag 2020

1,5 miljoen euro

Kans 2020

25%-75%

Risicobedrag 2021

2 miljoen euro

Kans 2021

25%-75%

Risicobedrag 2022

2,5 miljoen euro

Kans 2022

25%-75%

Risicobedrag 2023

2,5 miljoen euro

Kans 2023

25%-75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

VGR 2014-2 en Begroting 2015

Actie

Naam risico  

Wijziging BBZ

Programma

Werk en Inkomen

Omschrijving

Vanaf 2020 wordt de financiering van de BBZ aangepast. De veranderingen hebben betrekking op drie onderdelen: levensvatbaarheidsonderzoeken, bedrijfskapitaal en uitkering levensonderhoud. Levensvatbaarheidsonderzoeken: We gaven ongeveer 150 duizend uit, kosten werden voor 90% vergoed. Straks worden de middelen die het Rijk hiervoor beschikbaar stelt toegevoegd aan de algemene uitkering GF. Het financiële effect voor de gemeente Groningen kunnen we niet inschatten omdat we geen beeld hebben van de landelijke uitgaven aan levensvatbaarheidsonderzoeken. We hebben geen invloed op de verdeling, wel op het aantal onderzoeken en deze voeren we alleen uit wanneer dit strikt noodzakelijk is. We schatten in dat het effect gering is.
Kapitaalverstrekking: In de huidige situatie kan 75% bij het Rijk worden gedeclareerd, de rest wordt gebudgetteerd.  Vanaf 2020 wordt 100% gebudgetteerd op basis van de werkelijke uitgaven en moet 75% in 5 jaar tijd worden terugbetaald. Wanneer gemeenten haar debiteurenbeheer op orde heeft dan zijn er geen tekorten. Alles boven de 75% is voor de gemeentekas. Hier hebben we in principe veel invloed op en er is een positief financieel effect mogelijk.
Toevoeging van de middelen voor levensonderhoud aan de gebundelde uitkering artikel 69 PW (BUIG): Uitgaven zijn nu 75% declarabel, rest wordt gebudgetteerd op basis van t-2. Over het gebudgetteerde deel heeft een gemeente een eigen risico van 5%. Vanaf 2020 loopt de verdeling van deze middelen mee in de verdeling van de BUIG. In 2018 bedroegen de netto lasten 1,8 miljoen euro. We namen hiermee 6,55% van de landelijke uitgaven (2,7 miljoen) voor onze rekening. Het aandeel in het macrobudget 2018 bedraagt 2,43%. Onder gelijkblijvende omstandigheden krijgen we 2,43% van 2,7 miljoen (0,7 miljoen euro) en geven we 1,8 miljoen euro uit. Dit duidt op een potentieel risico. De omvang is afhankelijk van het effect van inhoudelijke aanpassingen:
Afsluiting van instroom bij centrumgemeenten voor BBZ-bijstandsverlening aan ondernemers in de binnenvaart: Groningen is één van de centrumgemeenten. Deze aanpassing heeft een positief effect op de Groningse en leidt tot een daling van het uitgavenaandeel.
Afsluiting nieuwe instroom van zelfstandigen van 55 jaar en ouder met een niet-levensvatbaar bedrijf. Ook dit heeft een positief effect op de uitgaven in Groningen. Onduidelijk is of dit leidt tot een kleiner aandeel in de landelijke uitgaven.
Verdere uniformering van het Bbz 2004 met de uitgangspunten van de Participatiewet:

  1. Algemene bijstand wordt verstrekt om niet en niet als rentedragende lening
  2. Bijstandsverlening met terugwerkende kracht is niet toegestaan

Ook dit heeft een positief effect op de uitgaven in Groningen. Onduidelijk is of dit leidt tot een kleiner aandeel in de landelijke uitgaven.
Het maximale risico komt bovenop het tekort op de BUIG. Dit tekort bedraagt meer dan 7,5% waardoor we in aanmerking komen voor het vangnet. Een toename van het tekort wordt voor de helft gecompenseerd door een hogere vangnetuitkering.

Risicobedrag 2020

500 duizend euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

500 duizend euro

Kans 2021

25%

Risicobedrag 2022

500 duizend euro

Kans 2022

25%

Risicobedrag 2023

500 duizend euro

Kans 2023

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2020

Actie

We nemen in 2020 actie om de gewijzigde BBZ optimaal uit te voeren. Dit moet leiden tot een verlaging van de uitgaven waardoor het risico daalt.

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT en Sport050)

Programma

Sport en bewegen en cultuur

Omschrijving

We houden rekening met een risico bij de werkmaatschappijen Oosterpoort /  Stadsschouwburg (SPOT) en sport050.  
Een deel van de inkomsten van de directie SPOT  is afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 9,3 miljoen euro voor SPOT.
Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van circa 10% van de tarief-gerelateerde omzet. Die verwachte omzet 2019 is circa 6,9 miljoen euro.
Het risico voor de beide werkmaatschappijen samen is 1,620 miljoen euro. We houden rekening met een kans van 25%.

Risicobedrag 2020

1,620 miljoen euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

1,620 miljoen euro

Kans 2021

25%

Risicobedrag 2022

1,620 miljoen euro

Kans 2022

25%

Risicobedrag 2023

1,620 miljoen euro

Kans 2023

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

 

Naam risico  

Risico loonstijgingen SW

Programma

Werk en Inkomen

Omschrijving

Per 1 januari 2020 komt er een loonsverhoging van 1,34%. (naast die van 1 juli 2019 ad 1,23%).
Deze is vooralsnog niet gecompenseerd door het Rijk.

Daarnaast is er geen 100% (structurele) zekerheid dat toekomstige loonverhoging% ook worden omgezet in dezelfde subsidieverhoging%. Vanwege het huidige subsidietekort per medewerkers leidt elke loonsverhoging tot een extra kostenpost.
De verwachte jaarlijkse uitstroom van 5% heeft een dempend effect op de extra kostenpost.

.

Risicobedrag 2020

270 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

257 duizend euro

Kans 2021

50%

Risicobedrag 2022

244 duizend  euro

Kans 2022

50%

Risicobedrag 2023

244 duizend euro

Kans 2023

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2012

Actie

Berichtgeving Rijk afwachten

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Programma

Cultuur

Omschrijving

Het Groninger Forum (GF) opent eind 2019. In overleg met de stichting GF is geconcludeerd dat het dekken van eventuele tekorten in de begroting voldoende is voor een periode van 5 jaar (2020-2024). Na de periode van 5 jaar verwachten we dat de stichting GF goed zicht heeft op de structurele exploitatie met voldoende mogelijkheden om zelf (bij) te kunnen sturen.
Uit de update van het Programma van Eisen (PvE) van mei 2018 blijkt een tekort van €4,4 miljoen over de periode 2020-2024. Hierbij is rekening gehouden met een door de stichting GF op te lossen taakstelling van €145.000.Het tekort bestaat voor €1,0 miljoen uit incidentele frictiekosten.

Bij de update van het PvE van mei 2018 is besloten vanaf 2020 jaarlijks €225.000 extra subsidie aan de stichting GF toe te kennen voor de bibliotheekfunctie. Het resterende tekort over de periode 2020-2024 bedraagt circa €3,3 miljoen. Ten aanzien van dit resterende tekort is als oplossingsrichting gekozen dit voor zover nodig op te vangen vanuit de reserve exploitatierisico Forum en voor zover aanvullend nodig door verlaging van de bijdrage van het GF aan de bouw- en grondexploitatie Grote Markt oostzijde/ Groninger Forum (B&Grex) voor de inrichting te verlagen.
Met deze besluiten is het verwachte tekort zoals gemeld in het PvE van mei 2018 voor de periode 2020-2024 opgelost en wordt er in de berekening van het benodigde en beschikbare weerstandsvermogen geen rekening meer gehouden met het risico en de reserve exploitatierisico Forum. In de update van het PvE in september 2019 is het beeld gelijk gebleven.

Voor eventuele aanvullende exploitatierisico’s bij het GF nemen we vooralsnog een p.m. post op.

Risicobedrag 2020

Pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

Pm

Kans 2021

Risicobedrag 2022

Pm

Kans 2022

Risicobedrag 2023

pm

Kans 2023

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Rekening 2014

Actie

Samen met het Groninger Forum worden de ontwikkelingen in de exploitatie gevolgd.

 

Naam risico

Gelijk Speelveld afboeking kleedkamers en clubgebouwen

Programma

Sport en bewegen

Omschrijving

Bij de uitvoering van het Gelijk speelveld dient een aantal gebouwen te worden afgewaardeerd vanwege de gewijzigde eigendomssituatie (om niet verkrijging vereniging recht van opstal). Naar verwachting vindt de laatste afboeking plaats in 2021.
De gesprekken met de verenigingen over de overdracht lopen nog.

Risicobedrag 2020

 330 duizend euro

Kans 2020

 75%

Risicobedrag 2021

 330 duizend euro

Kans 2021

75%

Risicobedrag 2022

Kans 2022

Risicobedrag 2023

Kans 2023

Structureel/Incidenteel

 Incidenteel

1e signaleringsmoment

Actie

 

Naam risico  

Specifieke uitkering stimulering Sport (SPUK)

Programma 5

Sport en bewegen

Omschrijving

Om sport en beweging te stimuleren konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die aan hen in rekening werd gebracht in aftrek brengen. Dit recht op aftrek is met ingang van 1 januari 2019 vervallen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten daarom jaarlijks een uitkering aanvragen ter compensatie van het btw-nadeel.
Inmiddels is bekend dat de aanvragen voor 2019 samen 228 miljoen euro bedragen ten opzichte van een budget van 185 miljoen euro. Gemeenten krijgen hierdoor in 2019 een voorschot van 82% van de aanvraag uitgekeerd. Verantwoording vindt plaats via de SiSa bijlage in de jaarrekening waarna een definitieve afrekening volgt in 2021. Voor de Gemeente Groningen is er op basis van de huidige verhouding (aanvragen versus budget) een nadeel van circa 0,5 miljoen euro (onze aanvraag was circa 3 miljoen euro). Een deel van dit nadeel leidt tot hogere investeringslasten (circa 40%), het resterende deel leidt tot een direct nadeel in de gemeentelijke begroting (324 duizend euro).
Dit bedrag is op basis van alle gedane aanvragen. De kans bestaat dat er door de gemeenten is overvraagd en dat de werkelijke verdeling na indienen van de jaarrekeningcijfers anders uitpakt. Daarom houden we rekening met een kans van 50%.

Risicobedrag 2020

324 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

324 duizend euro

Kans 2021

50%

Risicobedrag 2022

 324 duizend euro

Kans 2022

50%

Risicobedrag 2023

324 duizend euro

Kans 2023

 50%

Structureel/Incidenteel

 Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2020

Actie

We hebben de financiële gevolgen van de wijziging aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

MFA de Wijert

Programma

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Voor de ontwikkeling van MFA DE Wijert (scholen, sporthallen, bijzondere objecten als het Groninger forum) hebben wij een bedrag van 355 duizend euro als benodigd weerstandsvermogen berekend. Het risico bestaat uit het niet of later realiseren van de verkoopopbrengsten die als dekking voor de investering wordt gevormd en het risico dat we een lagere bijdrage van derden realiseren. De vorming van benodigd weerstandsvermogen doen wij uit voorzichtigheid, de omvang van het budget is namelijk taakstellend. De risico’s dienen primair binnen de post onvoorzien van het project opgelost te worden. De structurele risico’s die samenhangen met de exploitatie van de MFA worden gedekt binnen de gemeentebegroting. Omdat in het risicobedrag van 355 duizend euro al rekening is gehouden met de kans van optreden nemen we dit bedrag volledig mee bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2020

355 duizend euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

355 duizend euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

355 duizend euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

355 duizend euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

De bouwactiviteiten gaan (naar verwachting) van start in 2019. De aanbesteding vindt plaats najaar 2019 en dan wordt beoordeeld in hoeverre de kostenontwikkeling afwijkt van de informatie waarover het besluit is genomen.

Overige risico’s

Naam risico  

Gemeentefonds

Programma 13

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2019.

Vanaf 2015 is landelijk circa 10 miljard euro toegevoegd aan het gemeentefonds voor uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein. De totale omvang van het gemeentefonds bedraagt in 2019 circa 31 miljard euro. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting. Met ingang van 2019 is het integreerbare deel van de integratie uitkering Sociaal domein opgegaan in de algemene uitkering. Daarmee maakt het deel uit van de normeringssystematiek ('trap op, trap af').

Het Rijk heeft bij de meicirculaire voor 2019 t/m 2021 extra middelen beschikbaar gesteld voor de tekorten op het budget Jeugdzorg. Voor 2022 en latere jaren zal nader onderzoek bepalen of een extra structurele bijdrage volgt. Gemeenten kunnen een stelpost opnemen vanaf 2022 ter hoogte van de uitkering 2021. Wij hebben ervoor gekozen om vanaf 2022 in onze begroting rekening te houden met de extra structurele bijdrage ter hoogte van het budget 2021.

Momenteel wordt gewerkt aan een herziening van de financiële verhoudingen. De laatste herziening van de financiële verhoudingen stamt uit 1997. Sindsdien is er veel veranderd in de opgaven voor gemeenten. Bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociale domein en de toenemende regionale samenwerking op tal van terreinen. De herziening van de verdeling van de algemene uitkering wordt momenteel door onderzoeksbureau AEF en Cebeon uitgevoerd. De herziening zal leiden tot herverdeeleffecten tussen gemeenten. Om gemeenten de gelegenheid te geven zich hierop aan te passen zal een transitieperiode worden afgesproken. Eventuele financiële gevolgen voor gemeenten zijn op dit moment nog niet bekend.

De omvang van het BTW-compensatiefonds is aan een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds. Eerder werd er in de meerjarenraming uitgegaan van een jaarlijks oplopende onderuitputting op het BCF en deze onderuitputting was meerjarig verwerkt in de raming van de algemene uitkering. De VNG had daarvan al aangegeven dat deze verwachte onderuitputting niet meer realistisch is gezien de toename van het aantal investeringen door gemeenten. In de meicirculaire 2018 is een gewijzigde systematiek doorgevoerd waarbij jaarlijks alleen de voorlopige afrekening van het huidige jaar in de algemene uitkering wordt verwerkt. Dit gebeurt jaarlijks bij de septembercirculaire. Dit leidt ertoe dat de meerjarige onderuitputting is verwijderd uit de meerjarenraming van de algemene uitkering. In Groningen volgen wij de gemeentefondscirculaires. Voor Groningen heeft deze nieuwe werkwijze in 2019 geleid tot een nadeel van 4,7 miljoen euro, oplopend tot 7,9 miljoen euro vanaf 2022. Een overschot of tekort wordt uiteindelijk echter wel verrekend met de algemene uitkering, alleen het moment waarop de verwerking plaatsvindt wijzigt. De nieuwe werkwijze heeft dus geen gevolgen voor de uiteindelijke omvang van het gemeentefonds. Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG het standpunt ingenomen dat gemeenten zelf reëel dienen in te schatten welke verwachte ruimte onder het BCF plafond als verwachte bate kan worden opgenomen in de meerjarenraming.
Wij vinden het niet reëel om meerjarig een verwachte bate in de begroting op te nemen als gevolg van mogelijke ruimte onder het BCF plafond. Het investeringsvolume van decentrale overheden is flink toegenomen in de afgelopen jaren en we verwachten nog een verdere toename als gevolg van de recent afgesloten collegeprogramma’s. Hiermee stijgen de verwachte declaraties uit het BCF. Daarom nemen wij geen verwachte bate op in de meerjarenbegroting voor dit onderwerp.

Risicobedrag 2020

 We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 27,3 miljoen euro (naar boven of naar beneden), waarbij de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel. We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifieke weerstandscapaciteit.

Kans 2020

 We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifieke weerstandscapaciteit.

Risicobedrag 2021

Kans 2021

Risicobedrag 2022

Kans 2022

Risicobedrag 2023

Kans 2023

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

Naam risico

Niet halen bezuinigingen

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Bij voorgaande begrotingen zijn bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Niet alle voorgenomen bezuinigingen worden volledig en/of in het gewenste tempo gerealiseerd. We hebben elke nog niet gerealiseerde bezuinigingsmaatregel beoordeeld. Dit leidt tot een risico van 3 miljoen euro in 2020 oplopend tot 6 miljoen euro in 2023. Het risico loopt op omdat in het coalitieakkoord is afgesproken voor een periode van 3 jaar geen volledige loon- en prijscompensatie toe te passen. Dit leidt tot een efficiency taakstelling op de organisatie van 1,6 miljoen euro in 2020, 3,0 miljoen euro in 2021 en 4,7 miljoen euro vanaf 2022.

Van het nieuwe bezuinigingspakket 2020-2023 is een grove inschatting gemaakt of alle voorgenomen bezuinigingen volledig en/of in het gewenste tempo kunnen worden gerealiseerd.
Er is gekeken bij welke maatregelen de realisatie een risico kan vormen. Dit betreft bijvoorbeeld de maatregelen die nog ingevuld moeten worden en waar nu nog geen zicht is op de manier waarop, of bezuinigingen waarbij we afhankelijk zijn van andere partijen. Deze bezuinigingen zijn voor 50% meegenomen in het risico (benodigd weerstandsvermogen). Dit leidt voor het nieuwe pakket tot een risico van circa 7 miljoen euro per jaar.

Bij het bepalen van het risico is per maatregel rekening gehouden met de kans van optreden. Voor de bepaling van het benodigd weerstandsvermogen wordt de uitkomst daarom volledig (=100%) meegenomen.

Risicobedrag 2020

10,2 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

12,1 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

12,7 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

12,9 miljoen euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen.

Naam risico  

Risico verstrekte leningen en garanties

Programma

Divers

Omschrijving

In het treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld een gewaardeerd.
In dit risico zijn alle aan verstrekte leningen / garanties opgenomen.

Lening Euroborg
De Euroborg NV heeft één huurder, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen. De omvang van het risico is gebaseerd op de omvang van de lening van de gemeente aan Euroborg NV vermindert met de taxatiewaarde.

Lening Topsportzorgcentrum
We hebben een lening verstrekt aan de NV Euroborg voor het realiseren van het Topsportzorg centrum Bij het realisatiebesluit Topsportzorgcentrum hebben we aangegeven dat deze lening niet leidt tot een noodzaak het gemeentelijk weerstandsvermogen aan te vullen. De omvang van de lening is niet hoger dan de executiewaarde van het stadion (=70% van de investeringssom). Uit het meest recent gedeelde kastroom overzicht van Euroborg NV, blijkt dat het TsZC afgelost kan zijn in 2023 (bij gelijkblijvende renteverwachtingen). Gezien de courantheid van het gebouw en de langjarige huurcontracten met o.a. VNO-NCW/MKB-Noord, geven ook de actuele ontwikkelingen geen aanleiding voor deze lening weerstandsvermogen aan te houden.

Lening Warmtestad
Het risico van de lening aan Warmtestad is meegenomen in het risico gemeentelijk aandeel
Warmtestad.

Verstrekte leningen Haren
De gemeente heeft in het verleden een garantie afgegeven op een door de gemeente overgedragen leningen portefeuille van circa 2,5 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeente nog circa 0,9 miljoen euro aan geldleningen uitstaan. Bij het bepalen van het risico houden we rekening met een kans van optreden van 10%. Het risico komt hiermee op 0,3 miljoen euro.

Verstrekte garanties
De gemeente heeft een garantie verstrekt aan de Stichting Biblionet. Voor het bepalen van de omvang van het risico houden we rekening met de omvang van de verstrekte garantie van 884 duizend euro en een kans van 25%.

Garantie op leningen van GEM Haren Noord
Het risico is afzonderlijk opgenomen (onderdeel ruimtelijk domein)

De omvang van de hierboven genoemde leningen waarvoor een risico is opgenomen bedraagt 10,8 miljoen euro. Rekening houdend met de kans van optreden houden we rekening met een risico van 2,4 miljoen euro. Door aflossingen neemt dit de komende jaren met circa 0,2 miljoen af.

Risicobedrag 2020

2,4 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

2,2 miljoen euro

Kans 2021

100%

Risicobedrag 2022

2,1 miljoen euro

Kans 2022

100%

Risicobedrag 2023

2.0 miljoen euro

Kans 2023

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug.
Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV. Daarnaast houden we toezicht op de financiële situatie bij de huurder van het stadion (FC Groningen). Hiertoe bespreken we twee keer per jaar de stand van zaken met de directie van FC Groningen.

Naam risico  

Risico vastgoed

Programma

Divers

Omschrijving

In dit risico zijn diverse risico’s op het gebied van vastgoed opgenomen.

Niet verkopen panden voor dekking kapitaallasten VMBO Noord-oost / west
De raad besloot op 29 september 2010 vijf percelen te verkopen en de opbrengst (geraamd op 6,1 miljoen euro) in te zetten voor de dekking van kapitaallasten van de nieuw gerealiseerde vmbo-scholen. Van de 6,1 miljoen euro moet nog 1 miljoen euro worden gerealiseerd. De dekking van de kapitaallasten van 61 duizend is daarmee nog niet gerealiseerd en wordt als risico meegenomen.

Waardering gemeentehuis Haren en Ten Boer
Het gemeentehuis in Haren heeft een relatief hoge boekwaarde (boven de €10 miljoen). Zolang het maatschappelijk vastgoed blijft hoeft deze boekwaarde niet te worden verlaagd. Indien (een deel van) de bestemming wordt gewijzigd naar een bedrijfseconomische functie, zal de boekwaarde verlaagd moeten worden. Vooralsnog is daarvan geen sprake, daarom houden we rekening met een pm risico.
De boekwaarde van het gemeentehuis in Ten Boer ligt boven de marktwaarde. Bij verkoop of functieverandering zal het noodzakelijk zijn de waarde naar beneden bij te stellen. Omdat er een relatie ligt met een bezuinigingstaakstelling op het gemeentehuis, houden we hier wel rekening met een risico van 230 duizend euro (en een kans van optreden van 50%).

Boerderij en woning Woldwijk
Bij de verwerving van de gronden Woldwijk in 2006/2007 zijn ook de boerderij en bijbehorende woning gekocht. We houden rekening met een risico voor het  200 duizend euro met een kans van 30%.
De openbare basisschool De Lessenaar te Ten Post is in 2014 gesloten, waardoor het gebouw is teruggevallen naar de gemeente. Voor het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen houden we rekening met een risico van 50 duizend euro met een kans van 30%.
Meerweg
De aanleg van de infrastructuur is in 2015 afgerond. De gemeente loopt nog een risico bij de verkoop van gronden aan particuliere ontwikkelaars. Het risico is bepaald op 20% van de boekwaarde (87 duizend euro) en een kans van 25%.

Risicobedrag 2020

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2020

75%
25%-30%

Risicobedrag 2021

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2021

75%
25%-30%

Risicobedrag 2022

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2022

75%
25%-30%

Risicobedrag 2023

61 duizend euro structureel
602 duizend euro incidenteel

Kans 2023

75%
25%-30%

Structureel/Incidenteel

Structureel en incidenteel

1e signaleringsmoment

Augustus 2014

Actie

Dekking van de resterende kapitaallasten voor het VMBO wordt momenteel gevonden binnen het budget onderwijshuisvesting.

 

Naam risico  

Fiscale risico’s

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting
Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig bij economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaald. Van deze activiteiten zal de fiscale winst moeten worden bepaald.

Vpb is voor gemeenten en de belastingdienst nieuwe wetgeving. Er wordt landelijk en per gemeente op onderdelen nog steeds overleg gepleegd met de Belastingdienst over verschillen in interpretatie van de wet. Hierdoor bestaat het risico dat gemaakte keuzes wellicht moeten worden herzien met een mogelijk effect op de omvang van de vpb-plicht.

De aangifte over het jaar 2016 is ingediend en de belastingdienst heeft daar inmiddels vragen over gesteld. Uit de vraagstelling van de belastingdienst -die overigens aan nagenoeg alle grote gemeenten zijn gesteld- blijkt dat de belastingdienst een onderneming herkent bij de volgende activiteiten: reclame-opbrengsten, grondcomplexen en parkeeropbrengsten.  Zodra duidelijker wordt hoe de belastingdienst oordeelt over de situatie in Groningen, kan het risico op VPB-plicht nog beter worden ingeschat.

De aangifte VPB 2017 zal uiterlijk 1 december 2019 worden ingediend.
We verwachten als gemeente in totaliteit geen VPB te hoeven betalen in de eerst jaren. Het risico bestaat echter dat de Belastingdienst anders zal oordelen over de feiten. Het is derhalve wel van belang om dit risico te blijven volgen. Voor de berekening van het weerstandsvermogen is het risico op 0 gezet.

Bij het bepalen van het weerstandsvermogen voor Haren werd rekening gehouden met een risico voor controles belastingdienst en een risico voor te betalen vennootschapsbelasting.
Voor mogelijke controles van de belastingdienst hield Haren rekening met een structureel  risico van 50 duizend euro structureel met een kans van 50%. Voor de vennootschapsbelastingplicht voor werd rekening gehouden met een structureel risico van 200 duizend euro met een kans van 75%.
Vooralsnog handhaven we deze risico’s. Bij de rekening 2019 maken we een nieuwe inschatting.

Terugvordering BTW op re-integratietrajecten
De BTW op kosten voor re-integratietrajecten is vanaf de instelling van het BTW-compensatiefonds gecompenseerd via het BTW-Compensatiefonds.
In middels heeft het Hof Den Haag in juni 2018 geoordeeld dat de BTW die drukt op de betreffende re-integratietrajecten wel volledig compensabel is. Hiermee bevestigt het Hof de eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Ondanks dat de gemeente Groningen het standpunt over btw-compensatie niet heeft kunnen afstemmen met de belastingdienst, hebben we het risico voor de berekening van het weerstandsvermogen op 0 gezet.  

Risicobedrag 2020

250 duizend euro structureel

Kans 2020

50%-75%

Risicobedrag 2021

250 duizend euro structureel

Kans 2021

50%-75%

Risicobedrag 2022

250 duizend euro structureel

Kans 2022

50%-75%

Risicobedrag 2023

250 duizend euro structureel

Kans 2023

50%-75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

 Divers (geen nieuwe risico’s opgenomen)

Actie

Naam risico  

Bezwaarprocedures

Programma

Wonen

Omschrijving

Bezwaarprocedures bouwleges
Er loopt op dit moment nog 1 procedure over de hoogte van de bouwleges. Het gerechtshof heeft de gemeente Groningen in het gelijk gesteld. Hiertegen is in cassatie gegaan bij de hoge raad. We verwachten in 2019 een uitspraak van de hoge raad. Het totale risico is gekwantificeerd op 414 duizend euro. De kans is geschat op 50%. Omdat we niet weten of het risico zich in 2019 gaat voordoen, nemen we het risico ook mee in de jaarschijven 2020-2022.

Proces Wierden en Borgen
Woningcorporatie Wierden en Borgen (Ten Boer) heeft bezwaar ingediend tegen de aanslag rioolheffing 2014 en volgende jaren. Het bezwaar richt zich met name op de stellingname van Wierden en Borgen dat de gemeente ten onrechte bepaalde objecten niet aanslaat en verder tegen de onderbouwing van de door te berekenen kosten naar het aanslagbedrag. Alle gemeenten waar onroerend goed staat van Wierden en Borgen hebben een gelijksoortig bezwaar gekregen. Het proces loopt nog. Wij zijn van mening dat het bezwaar ongegrond is. Gesprekken met Wierden en Borgen hebben niet geleid tot een oplossing zodat we nu in het formele traject zitten van bezwaar en beroep. Hierdoor kan het nog lang onduidelijk zijn wat uiteindelijk de uitkomst van de uitspraak op het bezwaar zal zijn. Een inschatting van de omvang van het risico is niet te maken. Het risico staat daarom op pm.

Risicobedrag 2020

414 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

414 duizend euro

Kans 2021

50%

Risicobedrag 2022

414 duizend euro

Kans 2022

50%

Risicobedrag 2023

414 duizend euro

Kans 2023

50%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2008

Actie

Inzet stadsadvocaat t.b.v. verweer in procedures

Naam risico  

Verzekeringen

Programma

Algemene ondersteuning

Omschrijving

Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, motorrijtuigen, computer en glas.

Risicobedrag 2020

pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

pm

Kans 2021

Risicobedrag 2022

pm

Kans 2022

Risicobedrag 2023

pm

Kans 2023

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2018

Actie

Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt.

Naam risico  

Renterisico

Programma

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat.

Risicobedrag 2020

pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

pm

Kans 2021

Risicobedrag 2022

pm

Kans 2022

Risicobedrag 2023

pm

Kans 2023

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

De rente egalisatiereserve is per 2018 opgeheven. De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening.