Aanbiedingsbrief

Voor u ligt een sluitende (meerjaren)begroting 2020. Dit is geen eenvoudige opgave geweest. In juli is uw raad geïnformeerd middels de raadsbrief ‘Actuele financiële ontwikkelingen’ (bijlage raadsvoorstel 109726-2019) over de zorgwekkende financiële situatie waarin we ons bevinden. In deze Aanbiedingsbrief lichten wij toe wat de actuele financiële situatie is, hoe we zijn gekomen tot de conceptbegroting 2020, welke uitgangspunten we hebben gehanteerd en tot welke keuzes dit heeft geleid. Vervolgens geven we aan waar we op inzetten. En we eindigen met het totale financiële beeld.

Algemeen
De gemeente Groningen bezuinigt al flink sinds 2010. Veel van de bezuinigingsmogelijkheden zijn de afgelopen jaren al uitgevoerd. Door ontwikkelingen in het sociaal domein hebben we bovendien te maken met oplopende tekorten. De reserves zijn in grote mate uitgeput. Daarnaast hebben we te maken met een Rijksoverheid die door onderbesteding ‘geld op de plank’ laat liggen, wat negatieve gevolgen heeft voor onze inkomsten uit het gemeentefonds.

Tegen deze financiële achtergrond zijn we, door verschillende maatregelen te nemen, tot een sluitend meerjarenperspectief gekomen. In de begroting van 2020 heeft de gemeente ingrijpende keuzes moeten maken om uiteindelijk ruim 30 miljoen euro te besparen. De pijn is de eerste jaren het grootst en daarom is gezocht naar maatregelen om deze jaren door te komen. Bij de keuze aan maatregelen stonden de navolgende uitgangspunten centraal. Het college wil ambities uit het coalitieakkoord zoveel mogelijk overeind houden. Het college blijft plannen maken voor de toekomst om de ontwikkeling van onze mooie gemeente niet te laten stagneren. Het college wil geen  voorzieningen sluiten, zoals zwembaden en bibliotheken. Het college wil de meest kwetsbaren ontzien. Daarnaast gaat het college er in de begroting 2020 van uit dat zij in de toekomst een reële vergoeding van het Rijk voor de kosten van de zorg ontvangt, in lijn met de afspraken daarover tussen VNG en Rijk en met de aangenomen moties op de ALV van de VNG.

Om dit te realiseren, moeten er maatregelen getroffen worden als het verminderen van incidentele budgetten, het prioriteren en temporiseren van investeringen en het prioriteren van beheer en onderhoud. Ook wil het college de “pijn” van de bezuinigingen zoveel als mogelijk is eerlijk verdelen.

Gemeentefonds en Outlier gemeente
Op dit moment loopt er landelijk een traject gericht op de herijking van de verdeling van het Gemeentefonds. Dit betreft naast het ‘klassieke’ deel ook ‘het sociaal domein’ deel van het gemeentefonds. Er wordt onderzocht welke maatstaven de kosten van gemeenten het beste verklaren. Het is de vraag of de maatstaven waarvoor uiteindelijk gekozen wordt in het herijkte verdeelmodel, de kosten van de gemeente Groningen voldoende verklaren, gezien onze bijzondere samenstelling: we wijken bijvoorbeeld fors af op demografische kenmerken en samenstelling van huishoudens als gevolg van het grote aantal studenten in de gemeente. Daarnaast zijn er relatief veel huishoudens met een laag inkomen. Wanneer de maatstaven de kosten niet voldoende verklaren, ontvangt de gemeente een te laag of te hoog aandeel van het beschikbare budget. In dat geval is er sprake van een zogenoemde outlier-gemeente. Het geheel herijkte verdeelmodel gemeentefonds wordt gehanteerd vanaf de begroting 2021.

De gemeente Groningen heeft onderzoeken laten uitvoeren door het COELO en Atlas voor Gemeenten waaruit blijkt dat de gemeente Groningen in de huidige situatie relatief hoge tekorten heeft in het sociaal domein en sterk afwijkt op een groot aantal maatstaven die mogelijk gehanteerd gaan worden in het herijkte verdeelmodel. Dit afwijkende profiel van de gemeente Groningen kan ertoe leiden dat de verdeling van de middelen in het gemeentefonds voor het sociaal domein negatief uitpakt voor de gemeente Groningen. Daarom loopt er samen met andere gemeenten een lobby richting het Rijk en de VNG om outliers te zoveel mogelijk te voorkomen en oplossingen te creëren die recht doen aan gemeenten die uiteindelijk toch outlier blijken te zijn. De toekomst van het financiële beeld is ook verbonden met het slagen van deze inzet en de besluiten over zorgbudgetten en verdeelmodellen door het Rijk.

1. Financiële situatie
De Gemeente Groningen bezuinigt netto al vanaf 2010. Toen lag er een bezuinigingspakket van 53 miljoen euro structureel, waarna er meerdere bezuinigingsrondes volgden, waaronder in 2014 een bezuiniging van rond de 28 miljoen euro, met name om ruimte te maken voor investeringen. Hierdoor zijn de reserves in grote mate uitgeput. Ook hebben we de afgelopen jaren heel
veel lokaal geld extra in het sociaal domein moeten steken om de bestaande tekorten in dit domein te beperken. Het vet is daarmee van de botten.

Nieuwe tegenvallers
Op 5 februari is het coalitieakkoord “Gezond, groen, gelukkig Groningen” gepresenteerd. De inkt van het coalitieakkoord en de begroting 2019 waren net droog, toen de gemeente Groningen, net als veel andere gemeenten, werd geconfronteerd met de volgende tegenvallers:  

  • Nieuwe tekorten in het sociaal domein. De volumegroei jeugd/ WMO was hoger dan voorzien. De BUIG uitgaven waren relatief ongunstiger dan landelijk;
  • De tegemoetkoming vanuit het Rijk inzake het sociaal domein leverde minder op dan benodigd;
  • Een nieuw gemeentelijk CAO-akkoord. Waarbij de stijging van salarissen hoger uitviel dan vooraf werd verwacht. In het gepresenteerde financieel meerjarenbeeld 2020- 2023 was al een stijging van 5% meegenomen, de uitkomst van de CAO- onderhandelingen was een stijging van 6,25%. Het verschil van 1,25% levert een extra kostenpost op van 4,4 miljoen euro;
  • Stijging van verschillende premies en verzekeringen inzake het gebouwbeheer van de gemeente, zoals premies verzekeringen opstal en brand, energietarieven en -belasting.

Meicirculaire en financieel meerjarenbeeld
In mei bleek dat de meicirculaire, waarin de prognose voor de uitgaven van het Rijk is opgenomen, veel lager uitviel dan verwacht. De uitkering van het gemeentefonds is gebaseerd op het trap-op-trap-af model. Dit houdt in dat als het Rijk minder uitgeeft, de gemeenten minder geld ontvangen. De verwachting was dat dit een aanvullende structurele dekkingsopgave van vele tientallen miljoenen met zich meebracht. In de brief over de actuele financiële ontwikkelingen is de raad over bovenstaande geïnformeerd.

De gemeente Groningen kent een begroting van rond de 1 miljard euro, waarvan ongeveer 250 miljoen euro beïnvloedbare ruimte is. Onderstaand financieel perspectief laat zien dat de bezuinigingsopgave van dit college bestond uit circa 30 miljoen euro in 2020, circa 40 miljoen euro in 2021 en 2022 en circa 27 miljoen euro in 2023, zie tabel 1. Hierin zijn ook de knelpunten meegenomen, deze bestaan voor het grootste deel uit zorgkosten, WMO, Jeugd en BUIG, en de bovengenoemde tegenvallers.

Financieel perspectief

2020

2021

2022

2023

Financieel meerjarenbeeld

-5.334

-15.010

-16.606

-2.099

Financiële knelpunten

-19.755

-18.981

-16.030

-17.497

Taakstelling taken coalitieakkoord 2019-2022

-3.000

-4.500

-6.000

-6.000

Taakstelling minder subsidies instellingen

-1.370

-1.870

-1.870

-1.870

Saldo

-29.459

-40.361

-40.506

-27.466

Tabel 1: Bezuinigingsopgave

Financiële basis
Ondertussen is de financiële basis van de gemeente Groningen zorgwekkend. Er is weinig ruimte meer om nieuwe financiële tegenvallers op te kunnen vangen. De ratio weerstandsvermogen is de komende jaren weliswaar (bijna) 1,0, wat net voldoende is, maar een beperkt deel van het weerstandsvermogen is direct inzetbaar in de vorm van reserves. De kwetsbaarheid komt ook terug in de financiële kengetallen. De solvabiliteitsratio (verhouding eigen vermogen/ vreemd vermogen) van de gemeente Groningen is 8%. We hebben dus een hoge schuldpositie en weinig eigen vermogen.

2. Uitgangspunten maatregelen
Bij het maken van keuzes in de maatregelen om te komen tot een sluitende begroting was het voor ons van belang om:

  • De ambities uit het coalitieakkoord worden zoveel mogelijk overeind  te houden, er worden geen nieuwe ambities toegevoegd;
  • Een sluitend meerjarenperspectief te presenteren. Hierbij is de pijn in de eerste jaren het grootst. Daarom is gezocht naar maatregelen om deze jaren door te komen ;
  • De meest kwetsbare inwoners zoveel mogelijk te ontzien, de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten;
  • Geen besluiten te nemen als het sluiten van voorzieningen als zwembaden en bibliotheken, of het afstoten van onderdelen, zoals de afvalinzameling;
  • De gemeente niet laten stagneren, we blijven plannen blijven maken voor de toekomst;
  • Kansen van het gunstige economische tij te benutten en waar mogelijk anderen mee te laten betalen in onze kosten;
  • Investeringen te temporiseren en prioriteren;
  • Het financieel instrumentarium beter te gebruiken. We kiezen er bewust voor om bepaalde opgaven op een andere manier te verwerken in de begroting, waardoor deze kosten worden doorgeschoven naar de toekomst. De verplichting blijft echter wel staan. Dit geldt bijvoorbeeld bij het Stedelijk Investeringsfonds en Ringsparen;
  • Anticiperend om te gaan met de uitgaven in het sociaal domein. Bij het ramen wordt niet meer uitgegaan van de verwachte maximale tekorten. De volumegroei bij jeugd en WMO is bijvoorbeeld op 0% gezet vanaf 2021. Wij verwachten in de toekomst een reële vergoeding van het rijk te ontvangen. Het college zet daarnaast extra in op het beter in beeld krijgen en terugdringen van de zorgkosten.

3. Maatregelen
Om te komen tot een sluitende (meerjaren)begroting hebben wij gekeken naar de inkomsten- en uitgavenkant van de gemeente. Naar bezuinigingen, maar ook naar manieren om inkomsten te vergroten en naar manieren om anders te begroten (financieel-technische maatregelen). Daarnaast zetten we onverminderd in op onze lobby richting het Rijk om compensatie te krijgen voor (zorg)uitgaven of extra middelen te ontvangen. Een volledig overzicht van de hervormingen is opgenomen in hoofdstuk 4.4 van de Ontwerpbegroting 2020.

Waar gaat de gemeente minder geld aan uitgeven voor de (meerjaren)begroting?
We hebben lastige keuzes moeten maken om de begroting rond te krijgen. Het is onvermijdelijk om ingrijpende maatregelen te nemen. De pijn is in de komende jaren het grootst, daarom hebben wij vooral gekeken naar maatregelen deze jaren door te komen.

Binnen het fysieke domein kiezen we er onder andere voor om een incidentele en structurele besparing te realiseren door bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en wegen meer te kiezen voor een gerichte aanpak binnen de gemeente. Doordat er minder middelen beschikbaar zijn, moeten we de ingezette verbetering van de leefkwaliteit - door de verhoging van het onderhoudsniveau van groen en schoon - deels loslaten. We gaan dat doen door meer te differentiëren per gebied, bijvoorbeeld met vegen, maaien, schoffelen en snoeien. Daarnaast stellen we het onderhoud van wegen enigszins uit. In 2020 komen we bij de BORG-rapportage terug op de nadere uitwerking van deze maatregelen. De flexibele budgetten zijn in stand gehouden, waardoor we kunnen blijven anticiperen op meldingen van inwoners. Daarnaast kiezen we ervoor om in afwachting van de uitwerking van het klimaatakkoord en de bijbehorende bijdrage vanuit het Rijk, de wijkenergieplannen te temporiseren. Wij willen dat het Rijk ons van extra middelen voorziet als er een rijkstaak wordt overgedragen aan gemeenten. Ook binnen het Stedelijk Investeringsfonds (SIF) zien we mogelijkheden om een besparing te realiseren, voor het grootste deel door het schrappen van de parkeergarage in stationsgebied Zuid. Daarnaast gaan we investeringen verlagen en temporiseren. Daarbij kan het gaan om bijvoorbeeld plankosten, de intensiveringsmiddelen Wonen, de wijkvernieuwing, en/of het programma Binnenstad.

In het sociaal domein willen we de meest kwetsbare inwoners ontzien. Tegelijkertijd zien we dat het Rijk ons niet voorziet van voldoende middelen om hieraan te voldoen. Daarom gaan we pragmatischer om met de uitgaven in het sociaal domein. Bij het ramen van de kosten wordt niet meer uitgegaan van de verwachte maximale tekorten. We zetten daarom de volumegroei bij jeugd en WMO op 0% vanaf 2021, en verwachten dat het Rijk voor het overige deel ons financieel tegemoet komt. Door een herverdeling van middelen houden we de ontwikkeling van het Werkprogramma overeind. Met dit programma willen we onnodige instroom in de bijstand en onnodig lang gebruik van de bijstand voorkomen en stellen we het zoeken naar en krijgen van werk centraal. Vanaf 2022 wordt het programma onderdeel van onze reguliere dienstverlening. De voorschoolse peuteropvang houden we in stand door deze deels te financieren vanuit Rijksmiddelen en daarnaast blijkt dat er minder vraag is naar de voorziening die in 2018 is getroffen dan verwacht. Daarmee levert dit een besparing op. Verder realiseren we diverse besparingen door incidentele budgetten voor onder andere cultuur, sport, de gezonde stad, accommodaties en de innovatiemiddelen jeugd, te verminderen en effectiever in te zetten.

In de overige domeinen kiezen we ook nog voor besparingen. Voor de openbare orde en veiligheid geldt dat we het blauw op straat continueren en focus aanbrengen. De introductie van jeugdboa’s bestendigen we en we prioriteren sterker op andere terreinen. Dit gebeurt met minder middelen dan in het coalitieakkoord is opgenomen. Daarnaast wordt de effectiviteit van de bestaande samenwerkingsverbanden en Gemeenschappelijke Regelingen bekeken en heroverwogen.

Hoe genereert de gemeente meer inkomsten voor de (meerjaren)begroting?
Naast de maatregelen om te bezuinigen zien wij ook mogelijkheden om onze inkomsten te vergroten. Hierbij willen we de pijn op een eerlijke manier verdelen. In de begroting van 2019 was al een ophoging van de tarieven van de Onroerend Zaakbelasting (OZB) meegenomen. De gemeentelijke OZB-inkomsten worden voor 2020 verhoogd met hetzelfde percentage als de waarde van de woningen is gestegen in de periode 1 januari 2018 - 1 januari 2019. Dit leidt ertoe dat de OZB op woningen stijgt met 8%, en op niet-woningen met 1% (naast de reguliere indexatie). We stellen daarnaast voor om middelen te genereren, door de rioolheffing te laten dalen, maar deze bijdrage voor een gelijk bedrag te compenseren door een hogere OZB. Met ingang van 2020 wordt de rioolheffing geharmoniseerd als gevolg van de herindeling. Voor de voormalige gemeenten Haren en Ten Boer geldt dat de rioolheffing in 2020 substantieel lager is dan in 2019, omdat die gemeenten voorheen hogere tarieven kenden dan de voormalige gemeente Groningen.

Daarnaast willen we betaald parkeren uitbreiden naar grotere delen van de stad. Dit draagt bij aan meer ruimte voor verbetering van de leefkwaliteit in de wijken door vermindering van de autodruk in de wijken, zowel stilstaand als rijdend. We gaan meer opbrengsten uit evenementen genereren. Dit realiseren we in 2020 met de extra huuropbrengsten van drie grote evenementen. Ook willen we meer subsidies op landelijk en Europees niveau binnenhalen. Tot slot zetten we op alle mogelijke manieren in op het genereren van extra geld bij het Rijk, anders dan het gemeentefonds. We zien hier bijvoorbeeld goede mogelijkheden voor in de Woondeal met het Rijk.

Organisatie
Daarnaast stellen we voor om verschillende maatregelen door te voeren in de organisatie, om te besparen, maar ook om te investeren in de organisatie. In het hervormingspakket is een besparing van 2,5 miljoen euro op de organisatie opgenomen. Daarbij kijken we op een andere manier naar de opgave dan in het verleden. We constateren met de organisatie dat deze taakstellingen niet meer door efficiency maatregelen via een ‘kaasschaaf’ methodiek zijn te realiseren. Daarom hebben wij voor de bepaling van de totale opgave gekeken naar onze oude taakstellingen op de organisatie: 2,2 miljoen euro op onder meer het Shared Service Centrum en de taakstelling van 6 miljoen euro uit het coalitieakkoord. We stellen voor om deze beide taakstellingen af te boeken en op te nemen in de totale financiële opgave voor de bezuinigingen. We willen opnieuw en fundamenteel anders kijken naar de maatregelen in de organisatie: op basis van werkelijke effectiviteitsverbeteringen. Daarbij kijken we ook naar de wijze van (concern-)sturing en zeggenschap, gaan we realistischer begroten en zien we mogelijkheden om op onze algehele dienstverlening te besparen.

De praktijk leert dat we vaak erg voorzichtig begroten. Te voorziene nadelen nemen we wel mee, voordelen niet (altijd). We stellen daarom een maatregel voor ten aanzien van realistisch begroten. Dit betekent dat aan de voorkant beter wordt ingeschat of de posten in de begroting echt nodig zijn. Externe subsidies die wij verwachten binnen te halen, worden in de begroting meegenomen. Er wordt beter gestuurd op budgetten en het aantal budgethouders wordt teruggebracht. Ook wordt het rekeningresultaat ingezet om de begroting sluitend te krijgen.

Tenslotte denken we een besparing te realiseren op het gebied van algehele dienstverlening en het efficiënter gebruik van onze gebouwen. Te denken valt aan vermindering van ondersteuning in de organisatie, verlaging van het interne serviceniveau en minder gebruikmaken van taxi’s en dienstauto’s door het bestuur. Ook kijken we naar de samenstelling van het management.  

Omdat lasten vaak voor de baten uitgaan, zetten we tegenover de besparingsmaatregelen een aantal investeringen én een innovatiefonds. Met het instellen van een innovatiefonds krijgen medewerkers de mogelijkheid om ideeën te bedenken en uit te voeren over hoe hun werk anders, beter en effectiever kan. De bedoeling is dat de ideeën hun investering terugverdienen, het fonds heeft daarmee een revolverend karakter. Het beter sturen op de zorgkosten wordt het eerste project dat aanspraak doet op dit fonds.

Richting Rijk
Ondertussen gaat, zoals hierboven ook vermeld, de lobby richting het Rijk onverminderd door. Deze lobby voeren we uit met verschillende partners, via de VNG, de G40, de Groninger gemeenten, of via onze eigen lobby-ingangen. Deze lobby richt zich op:

  • De financiële situatie van gemeenten;
  • De verdeelmodellen sociaal domein, outlier;
  • Klimaatakkoord;
  • De Regiodeal en woondeal;
  • Het Investeringsfonds.

4. Strategische opgaven: waar zetten we op in
We willen de ambities uit het coalitieakkoord zoveel mogelijk overeind houden. Dit is voor ons ook leidend bij de keuze waar we op inzetten voor het komende jaar. In de aanbiedingsbrief van de begroting 2019 hebben we aangegeven dat we opgavegericht werken en het coalitieakkoord vertaald in zes opgaven die in ons werken centraal staan.

1. De mens centraal (o.a. welzijn, jeugd, gezondheid en zorg)
De gemeente Groningen werkt op het schaalniveau van wijken, buurten en dorpen. De opdracht aan Stichting WIJ is herijkt. Inmiddels is er een reorganisatie in gang gezet met maatregelen om de efficiency en effectiviteit van de organisatie te vergroten, maatregelen om de transformatie te versnellen en zodoende de zorguitgaven extra terug te dringen. Het doel is dat de WIJ meer als spil in het netwerk en in de wijk werkt om zo de hulpvraag zo goed mogelijk te kunnen adresseren. Streven is daarbij een passende werkwijze per wijk, buurt of dorp. We blijven inzetten op de (ondersteuning van) mantelzorg, zelfredzaamheid vinden we van belang waarbij we eerst kijken of de hulpbehoefte met de omgeving opgelost kan worden. In 2020 gaan we nieuw accommodatiebeleid ontwikkelen.

Vanaf 2020 starten we met het nieuwe armoedebeleid: Toekomst met perspectief, naar een levende en lerende aanpak van armoede in de gemeente Groningen. Met dit nieuwe beleid zetten we in op structurele armoedebestrijding met een nieuw wegingskader en de inzet van ervaringsdeskundigen. Onze ambitie is om generatiearmoede te doorbreken. Daarnaast zijn we gestart met een stapelingsonderzoek. In sommige hulpbehoevende gezinnen wordt gebruik gemaakt van meerdere voorzieningen. Deze stapelingsproblematiek leidt tot uitsluiting van passende zorg en ondersteuning, maar levert ook een aanzienlijke kostenpost op. Met het stapelingsonderzoek verkennen we alternatieve mogelijkheden om passende zorg te bieden, tegen lagere kosten. Daarnaast zet het college extra in op het beter in beeld krijgen en terugdringen van de zorgkosten.

Het college vult de extra tekorten op WMO en Jeugd in de begroting ten opzichte van het coalitieakkoord aan. Dit gaat om een bedrag van rond de 1 miljoen euro voor WMO, en een bedrag variërend van 3,7 tot 6,1 miljoen euro voor Jeugd. Hierbij wordt er vanaf 2021 echter geen rekening gehouden met de volumegroei. Dit hangt samen met een afspraak tussen het Rijk en de VNG waardoor de gemeente Groningen compensatie van het Rijk verwacht voor de volumegroei.

Daarnaast treedt op 1 januari 2020 de WVGGZ in werking. Deze wet vervangt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen. Kern van de nieuwe wet is dat de zorg voor personen met een psychische stoornis centraal staat en niet meer de gedwongen opname. De WVGGZ geeft een grotere rol aan gemeenten bij het bieden van onvrijwillige zorg. Dit is een nieuwe wettelijke taak waar onvoldoende rijksbijdrage voor is. Dit tekort vullen we deels aan. Ook andere gemeenten van dezelfde omvang zijn hiertoe genoodzaakt. Daarnaast proberen we de kosten terug te dringen door een pilot waarbij we het wettelijk verplichte ‘horen’ van de cliënt laten uitvoeren door eigen medewerkers. Hiermee brengen we het tekort terug tot 480 duizend euro.

2. Groningen Actief (o.a. onderwijs, arbeidsmarkt, werk & inkomen, economie)
Het speerpunt voor onderwijs is gelijke kansen en sociale inclusie. We streven ernaar om begin 2020  een maatschappelijke coalitie te sluiten met de onderwijspartners. Dit moet concrete maatregelen opleveren die ervoor zorgen dat elk kind de beste kansen krijgt op een goede toekomst. Met het onderwijsveld werken we ook aan een nieuw Integraal Huisvestingsplan, dat komend voorjaar aan uw raad wordt voorgelegd, met daarin concrete afspraken voor de komende 4 jaar en een doorkijk naar de langere termijn (16 jaar).

De contouren van het nieuwe werkprogramma zijn gereed. We zien mogelijkheden tot verbeteringen in zowel de instroom, doorstroom als uitstroom. De doelstelling is 500 inwoners extra te activeren in de periode van 2019-2022. Bijvoorbeeld door het intensiveren van de inzet van jobhunters en jobcoaches. Daarnaast wordt de Participatiebaan meer ingezet als ontwikkelinstrument.
Inzake de basisbaan zijn werkgeverschap en begeleiding verder uitgewerkt. De verwachting is dat vanaf 1 januari 2020 de eerste basisbaan een feit is. Daarnaast gaan we SROI koppelen aan de wijkvernieuwing. Er is bovendien al jaren sprake van een mismatch op de arbeidsmarkt. Via een maatschappelijk akkoord met het bedrijfsleven willen we komen tot concrete maatregelen. Het doel is een gezamenlijke verantwoordelijkheid te creëren voor het oplossen van werkloosheid. Op verschillende manieren wordt er gewerkt aan sociaal ondernemen. We rollen dit programma verder uit in 2020 en leggen hierbij o.a. verbindingen met Founded in Groningen en Impact Noord.

We gaan door met de nieuwe huisvesting van Iederz en we werken het komende jaar aan verdere planvorming. We zetten vol in op een Leven lang ontwikkelen om werknemers flexibel en wendbaar te maken en ze daarmee beter toegerust te maken op veranderingen in de arbeidsmarkt. In de arbeidsmarkregio (Werk in Zicht) gaan we door met het 1000-banenplan en organiseren we een tweede Werkfestival.

In het najaar wordt het nieuwe economische programma voor 2020-2022 gepresenteerd. Via vijf pijlers wordt met partners aan de slag gegaan voor de economische ontwikkeling van Groningen. Het doel is een verdere groei van de werkgelegenheid van 5000 banen.

We houden voor de BUIG rekening met de volumegroei, en de tekorten worden opgevangen. Dit kost 5,8 tot 8,2 miljoen euro. Deze middelen zijn aanvullend op het coalitieakkoord.

3. Leefkwaliteit en openbare ruimte (o.a. kwaliteit van de leefomgeving, klimaatadaptatie, openbare ruimte, parkeren, sport & bewegen)

In de openbare ruimte binnen onze gemeente moet het fijn zijn om te verblijven. Daarom stellen wij wandelen en fietsen, spelen en groenbeleving centraal. Ook werken wij samen met bewoners en ondernemers om het gebruik van de openbare ruimte te stimuleren. Die ruimte moet daarom goed zijn ingericht, groen en klimaatbestendig zijn en goed onderhouden. Alleen zo nodigt het namelijk uit tot ontmoeten, bewegen en sporten.

Soms is het nodig om in te grijpen om de openbare ruimte vrij te spelen voor dit gebruik, zoals in de binnenstad waar we inzetten op de aanpak van fietsparkeren met o.a. de inzet van fietsstewards en het handhaven van fout gestalde fietsen in de omgeving van de Nieuwe Markt. De auto willen we meer uit de leefomgeving weren door het stimuleren van het gebruikt van onze P+R’s en het voorkomen van ‘vreemdparkeren’ in de wijken door het breder invoeren van betaald parkeren.

Het meerjarenpramma leefkwaliteit staat centraal in deze aanpak, onder andere door het opstellen van een Klimaatagenda en een Groenplan.

Inzake de essentaksterfte blijkt dat minder bomen ziek zijn dan verwacht, dit betekent dat minder kap en herplant nodig is. De essentaksterfte is een calamiteit. Bij de herplant investeren we in een goede aanplant van bomen en streven we naar kwaliteit boven kwantiteit, conform ons beleid. We herplanten naar schatting circa 75% van de te kappen essen. Voor de rest van de bomen geldt geen herplantverplichting omdat deze bomen onder de tenzij-regeling vallen (kwaliteit boven kwantiteit). De herplant voeren we gefaseerd uit omdat we rekening houden met de (verblijfplaatsen van) dieren en het plantseizoen. We stellen 150 duizend euro beschikbaar in 2020 voor de herplant van de gekapte essen. De jaren daaropvolgend kijken we op welke wijze we de herplant verder vormgeven. Over de essentaksterfte ontvangt uw raad een separate brief.

Het college stelt middelen beschikbaar voor de implementatie van de omgevingswet. Het Rijk stelt namelijk geen middelen beschikbaar voor onze implementatiekosten. In het Bestuursakkoord implementatie Omgevingswet van 2016 is tussen de koepels afgesproken dat de gemeenten zelf de transitiekosten bekostigen. Het basisbedrag van 250 duizend euro dat nu structureel in de begroting is opgenomen is niet toereikend om de grote opgaven te volbrengen. Dat zijn onder andere de inzet van nieuwe wetsinstrumenten, veranderingen m.b.t. werkwijze, houding en gedrag en een grote digitaliseringsopgave. Hiervoor is een incidenteel bedrag van ruim 1 miljoen euro benodigd.

4. Organisatieontwikkeling, gebiedsgericht werken, democratische vernieuwing (o.a. dienstverlening, integraal gebiedsgericht werken, programma college en raad)

De gemeente wordt gemaakt door de mensen die er wonen en werken, actieve maatschappelijke organisaties, ondernemers en kennisinstellingen. De gemeente kan haar ambities alleen verwerkelijken in nauwe samenwerking en verbondenheid met onze inwoners en partners. Om dit te bereiken werkt de gemeente naast integraal en gebiedsgericht vooral opgavegericht. Investeren in een goede relatie met onze inwoners en partners en samen werken aan de opgaven leidt ook tot beweging in de gemeentelijke organisatie. Het centraal stellen van een aantal opgaven bevordert integraliteit, samenhang en effectiviteit van gemeentelijk beleid.
Uiteindelijk is een goede dienstverlening aan de inwoners van de gemeente Groningen van groot belang. Hier wordt blijvend op ingezet.

Revitalisering Stadhuis
Uw raad ontvangt eind november het kredietvoorstel revitalisering stadhuis. Er wordt nu volop gewerkt aan de financiële uitwerking van het Technisch Ontwerp (TO). Zoals in de brief (78711-2019) opgenomen hebben de factoren prijsstijging, marktwerking en rente invloed op de uiteindelijke prijs en dus het benodigde krediet voor uitvoering van de revitalisering conform het Programma van Eisen. We hebben u toegezegd dat wij u ook een variant voorleggen die sluit op een bedrag van 15,53 miljoen euro. Van beide modellen wordt een kostenraming gemaakt met een dekkingsvoorstel. Bij de uitwerking van de toegezegde variant maken we inzichtelijk welke onderdelen uit het TO wel en niet meegenomen kunnen worden.

Daarnaast heeft het college besloten om in het licht van de totale begrotingsdiscussie een derde variant uit te werken waarbij de verbouw wordt uitgesteld. We brengen ook van die variant alle financiële en bouwkundige consequenties in beeld opdat uw raad een integrale afweging kan maken. Aan deze variant zijn ook kosten verbonden.

5. Versterking, vernieuwing en energie (o.a. energietransitie, wijk- en dorpsvernieuwing, Nationaal Programma Groningen)
Wijkvernieuwing
De gemeente gaat in 2020 door met projecten in de wijkvernieuwingswijken de Wijert, Beijum, Selwerd, Indische Buurt de Hoogte. In Selwerd wordt onder andere de openbare ruimte in het Zuidoostelijke deel van de wijk aangepakt. In De Wijert wordt verdergegaan met de uitvoering van de verschillende projecten van de wijkdeal en wordt samen met De Huismeesters de plannen voor sloop, nieuwbouw en renovatie van het zuidoostelijk deel concreet gemaakt. In Beijum gaat de heerdenaanpak door. In de Indische Buurt/De Hoogte wordt onder andere aan de slag gegaan met een flink aantal projecten om de sociale structuur in de wijk te versterken.

Uitvoeringsprogramma dorpsvernieuwing en versterking
Naar aanleiding van de grote versterkingsopgaven in de dorpen in de voormalige gemeente Ten Boer zijn in 2018 in Ten Post en Woltersum dorpsvernieuwingsprocessen gestart. Dit met als opdracht om de dorpen sterker uit de versterking te laten komen, zowel fysiek als sociaal. Daarmee wil de gemeente de dorpen voorbereiden op de toekomst samen met de inwoners daarvoor keuzes maken. Keuzes die het woonklimaat en de leefbaarheid versterken en daarmee het functioneren van de dorpen. Keuzes die perspectief bieden aan bewoners én het gebied Ten Boer, fysiek en sociaal, voor nu en de toekomst. De grootschalige versterkingsoperatie biedt daarvoor kansen.

De gemeente wil koppelkansen aangrijpen om niet alleen te versterken, maar daar waar nodig en/of wenselijk ook te vernieuwen. De processen in Ten Post en Woltersum zijn inmiddels zo vergevorderd dat op basis daarvan concrete projecten kunnen gestart. Hiervoor zijn inmiddels NPG-gelden aangevraagd en toegekend. Er wordt gewerkt aan een uitvoeringsprogramma dorpsvernieuwing en versterking. Dit programma sluit aan bij het Lokale Plan van Aanpak en is daarop een logisch gevolg. Met beide instrumenten kan integraal worden gestuurd op zowel de prioritering en planning van de versterking als de dorpsvernieuwing.

NPG
Het Nationaal Programma Groningen begint steeds meer vorm te krijgen. Er is onlangs begonnen met het opstellen van het Toekomstbeeld 2040 als visiedocument. De afgelopen maanden is in nauwe samenwerking met gemeenteraden in het aardbevingsgebied en Provinciale Staten het inhoudelijk programmakader opgesteld. Op basis van dit kader gaan gemeenten, provincie, inwoners, bedrijven en maatschappelijk organisaties in samenwerking plannen en projecten maken. Als gemeente stellen we een lokaal programmaplan Nationaal Programma Groningen op waarin programmatisch de projecten en het soort projecten dat de gemeente voornemens is te financieren uit ons trekkingsrecht beschrijven. De  lokale middelen zijn in de eerste plaats voor het realiseren van een inhoudelijke plus op de versterkingsoperatie in de voormalig gemeente Ten Boer. Daarnaast wordt samen met de provincie en onze maatschappelijke partners gewerkt om tot breed gedragen inhoudelijke thematische projecten te komen.

6. Vestigingsklimaat (o.a. economie, wonen, bereikbaarheid, cultuur)
De gemeente wil een aantrekkelijke stad zijn en blijven. Om onze concurrentiepositie te versterken en de verwachte groei van de bevolking, werkgelegenheid en bezoekersaantallen op te vangen, moeten voorzieningen van hoge kwaliteit zijn. Dat geldt voor onderwijs op alle niveaus, voor een woningaanbod in alle segmenten, voor de bereikbaarheid, voor sport en cultuur. De werklocaties, de kenniseconomie en de binnenstad zijn bepalend voor ons vestigingsklimaat. Zo gaan we door met de ontwikkeling van Campus Groningen en stellen we hiervoor een nieuw strategisch meerjarenplan op. Daarnaast openen het Groninger Forum en de Nieuwe Markt als nieuwe ontmoetingsplekken midden in de stad. Samen met onze strategische partners werken we aan een update van de Next City voor de hele nieuwe gemeente Groningen.

Basismonitor en wijkcompassen
Om onze inzet voor stedelijke programma’s en gebieden mede te bepalen, hebben we een Basismonitor en de wijkkompassen. De Basismonitor bestaat onder andere uit 49 wijk- en gebiedskompassen voor de gehele nieuwe gemeente, die gebaseerd zijn op (leefbaarheids)enquêtes onder inwoners. Deze monitor is verder geactualiseerd met een situatieschets van de nieuwe gemeente Groningen in het onderdeel Stand van Groningen. Dit bevat demografische, socio-economische en andere kerncijfers op een twaalftal thema’s. De Basismonitor biedt zo ook een instrument voor inzicht in de samenhang tussen de verschillende stedelijke programma’s onderling en met de gebieden. De geactualiseerde Basismonitor met gebiedskompassen en Stand van Groningen vindt u op onze website: http://basismonitor-groningen.nl/

De uitkomsten gebruiken wij voor de actualisering van ons beleid, zowel in de stedelijke programma’s als in het gebiedsbeleid. Een goed voorbeeld is de omgevingsvisie Next City. Tevens grijpen we ze aan om wijkplannen en dorpsvisies te ontwikkelen of te vernieuwen. Met de actualisatie van de Basismonitor en de gebiedskompassen worden ook stappen gezet richting de implementatie van de Omgevingswet (2021), waartoe wij de informatievoorziening verder moeten verbeteren.

5. Financieel beeld na maatregelen
Het bovenstaande pakket van besparingen en het vergroten van onze inkomsten leidt tot het onderstaande financiële beeld na de maatregelen (zie tabel 2).

In het begrotingsjaar 2020 en 2023 verwachten we een overschot op de begroting en dit verrekenen we met de algemene reserve. In de begrotingsjaren 2021 en 2022 onttrekken we aan de algemene reserve omdat we in deze jaren een tekort verwachten. Per saldo wordt in 2020-2023 een bedrag van 2,4 miljoen euro onttrokken aan de algemene reserve.

Financieel perspectief

2020

2021

2022

2023

Financieel meerjarenbeeld

-5.334

-15.010

-16.606

-2.099

Financiële knelpunten

-19.755

-18.981

-16.030

-17.497

Taakstelling taken coalitieakkoord 2019-2022

-3.000

-4.500

-6.000

-6.000

Taakstelling minder subsidies instellingen

-1.370

-1.870

-1.870

-1.870

Saldo

-29.459

-40.361

-40.506

-27.466

Dekkingsbronnen

36.644

30.439

33.779

34.512

Saldo MJB te verrekenen met AER

7.185

-9.922

-6.727

7.046

Tabel 2: Financieel beeld na maatregelen

Weerstandsvermogen en AER
In de ontwerpbegroting 2020 is het weerstandsvermogen geactualiseerd. De ratio voor 2020 komt uit op 103%. In de jaren na 2020 neemt het risico toe als gevolg van het nieuwe bezuinigingspakket en een toename van het risico sociaal domein. Dit leidt ertoe dat de ratio voor 2021 en 2022 net onder de 100% komen. In 2023 verwachten we een ratio van 104%. Deze toename ontstaat vooral door een daling van het risico bij grondexploitaties. Het aandeel reserves in het weerstandsvermogen neemt de komende jaren naar verwachting toe van 37 miljoen euro in 2020 naar 46 miljoen euro in 2023.  

Begin dit jaar hebben we bij de begroting 2019 en de rekening 2018 geconstateerd dat de stand van de algemene egalisatiereserve, zoals deze meetelt voor het weerstandsvermogen, onder de 20 miljoen euro uitkwam. Dit wijkt af van het besluit van de raad dat er minimaal 20 miljoen euro in de algemene egalisatiereserve moet zitten. We hebben toegezegd in de kadernota risicomanagement en weerstandsvermogen terug te komen op hoe we meerjarig met de reserves om willen gaan. Hierbij worden ook de afspraken uit het coalitieakkoord betrokken. De kadernota is echter nog niet gereed. Daarom gaan we nu in paragraaf weerstandsvermogen van de ontwerpbegroting 2020 in op de meerjarige ontwikkeling van de reserves.

Uit de actualisatie van het weerstandsvermogen blijkt dat de verwachte stand van de algemene egalisatiereserve eind 2020 19,8 miljoen euro is.In de jaren na 2020 neemt de AER toe door de structurele voeding van 2,6 miljoen euro die in de begroting is opgenomen. Daarnaast houden we rekening met een toevoeging van 1 miljoen euro uit niet-bestede herindelingsmiddelen.

6. Septembercirculaire
We hebben besloten om de septembercirculaire niet te verwerken in de begroting 2020. Groningen was een van de weinige gemeenten die dit tot voor kort nog deed. De raad is hierover per brief (245447-2019) geïnformeerd. Hierin geeft het college aan dat er zeer beperkte tijd is voor de analyse van de circulaire en het effect hiervan op keuzes in de begroting. Bij het opstellen van de begroting hechten we aan een zorgvuldig proces om keuzes te kunnen maken op basis van een robuust financieel kader. Daarnaast staat in de septembercirculaire de verwachting van wat het Rijk het volgende jaar gaat uitgeven, pas bij de meicirculaire is meer zicht op de daadwerkelijke uitgaven. De meicirculaire van de afgelopen drie jaar laat zien dat het Rijk minder geld uitgeeft dan begroot in de septembercirculaire. Het gevolg hiervan is dat de gemeenten uiteindelijk minder geld ontvangen dan verwacht.

In tegenstelling tot de verwachtingen landelijk en specifiek voor Groningen laat de septembercirculaire een positief beeld zien (zie tabel 3). We zeilen met ons bezuinigingspakket echter scherp aan de wind. Het is hierbij hard nodig dat de gemeente voldoende middelen heeft om tegenvallers op te kunnen vangen. Helemaal tegen de achtergrond van de zwakke financiële positie van de gemeente en gezien de noodzaak om het weerstandsvermogen te versterken. We zeilen scherp aan de wind bij:

  • De raming van de zorgkosten, waarbij voor jeugd en WMO geen rekening wordt gehouden met een mogelijk groeiende zorgvraag vanaf 2021;
  • De verwachting van een positief rekeningresultaat (over 2019) en een positief resultaat op realistischer begroten (2019-2023);
  • Het nemen van risico’s op aantal posten, zoals middelen genereren door investeringen in de transitie naar duurzame energieopwekking.

Ondanks een lichte verbetering van het weerstandsvermogen na het doorvoeren van de bezuinigingsopgave, hebben we door het niet verwerken van de septembercirculaire een extra buffer achter de hand om tegenvallers op te vangen. Daarom kiezen we ervoor om het resultaat van de septembercirculaire niet in te zetten, maar te gebruiken om bovenstaande risico’s te beheersen en in te zetten voor het weerstandsvermogen.

Tot slot willen we voorkomen dat de gemeente de komende jaren met bezuinigingsopgaven te maken heeft. Bij de meicirculaire 2020 wordt daarom bekeken wat de werkelijke uitgaven van het Rijk zijn en wat er van de prognose van de septembercirculaire terecht is gekomen. Wanneer de meicirculaire positief uitvalt, dan wordt dit resultaat ingezet voor opgaven in de begroting van 2021.

 (Bedragen x mln €)

2019

2020

2021

2022

2023

Accresontwikkeling

-2,8

3,4

7,7

8,7

7,8

BTW-compensatiefonds

1,2

Overige ontwikkelingen

0,6

0,6

0,3

0,0

0,5

Totaal

-1,0

4,0

8,0

8,7

8,3

Tabel 3: Concerneffect septembercirculaire

Tot slot
De begroting van 2020 is uiteindelijk sluitend geworden maar hiermee is wel al het vet van onze botten. Verdere besparingen kunnen ingrijpen op het voorzieningenniveau, zoals zwembaden, bibliotheken en bijvoorbeeld het armoedebeleid. Het einde van onze andere mogelijkheden is in zicht.

ga terug