Paragraaf 3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicomanagement

Naast voldoende buffers in het beschikbare weerstandsvermogen is het minstens zo belangrijk is dat een goede sturing op en beheersing van de risico’s plaatsvindt (risicomanagement). Risicomanagement geeft een organisatie inzicht in wat kan gebeuren en stelt organisaties zo in staat prioriteiten toe te kennen aan de onderkende risico’s. Daardoor kunnen gestructureerd acties worden ondernomen en maakt het voor organisaties mogelijk om genomen beslissingen aangaande risico’s te verantwoorden.
Bij projecten, waarbij het risico voor de gemeente Groningen groot is, laten we bij het aangaan van het risico een second opinion uitvoeren door een onafhankelijke partij. Dit geldt bijvoorbeeld voor situaties waarbij we als gemeente een lening verstrekken aan een derde of bij grotere projecten waar we als gemeente weinig ervaring mee hebben.

In 2020 blijven we werken aan het versterken van risicomanagement in de organisatie met als doel:

  • Het verbeteren van de wijze waarop risicomanagement in onze organisatie wordt uitgevoerd.  Gericht op een eenduidige en consistente aanpak en het identificeren en beheersen van risico's, aansluitend op de organisatieveranderingen ("één Groningen, één organisatie”). We gebruiken hiervoor onder andere de tool RiskID. We hebben het bijvoorbeeld ingezet bij de projecten outsourcing ICT, revitalisering Stadhuis, herindeling Groningen-Haren-Ten Boer en in het sociaal domein;
  • Het verder ontwikkelen van strategisch risicomanagement waarbij risico’s integraal onderdeel zijn van de strategie en de besluiten van college en raad.

Ondanks de inspanningen op het gebied van risicomanagement kunnen zich risico's blijven voordoen. Met het beschikbare weerstandsvermogen zijn we in staat de financiële effecten van risico’s op te vangen. Risicomanagement en het weerstandsvermogen zijn daarmee onderling verbonden en vormen een belangrijk onderdeel van het (financiële) beleid van de gemeente.

Kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement
Het kader voor het weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgelegd in de op 6 juli 2016 door de raad vastgestelde kadernota weerstandsvermogen risicomanagement 2016 (5714411).
Daarnaast heeft de raad bij de begroting 2017 op 9 november 2016 via amendement bepaald dat het minimumniveau van de Algemene Egalisatie Reserve 20 miljoen euro is.
In het kader is aangegeven op welke wijze wij de risico’s in beeld brengen en beheersen en op welke momenten wij de raad hierover informeren. Bij de begroting en de rekening rapporteren we integraal over de risico’s in het weerstandsvermogen en de belangrijke ontwikkelingen die effect kunnen hebben op het weerstandsvermogen.  In de kadernota uit 2016 hebben we bepaald dat we een deel van de onbenutte belastingcapaciteit en de niet structureel ingezette middelen uit de vrije beleidsruimte (intensiveringsmiddelen) rekenen tot het beschikbare weerstandsvermogen.

In de begroting 2019 en de rekening 2018 hebben we geconstateerd dat de stand van de algemene egalisatiereserve, zoals deze meetelt voor het weerstandsvermogen, onder de 20 miljoen euro uitkwam. Dit wijkt af van het besluit van de raad dat er minimaal 20 miljoen euro in de algemene egalisatiereserve moet zitten. Daarnaast constateerden we dat de reserve grondzaken negatief was, wanneer rekening werd gehouden met de geraamde onttrekkingen voor de komende jaren. We hebben toegezegd in de kadernota risicomanagement en weerstandsvermogen terug te komen op hoe we meerjarig met de reserves om willen gaan. Hierbij worden ook de afspraken uit het coalitieakkoord betrokken. De kadernota is echter nog niet gereed. Daarom gaan we hier nu in op de meerjarige ontwikkeling van de reserves (AER en reserve grondzaken).

Uit de actualisatie van het weerstandsvermogen blijkt dat de verwachte stand van de algemene egalisatiereserve die meetelt voor het weerstandsvermogen eind 2020 19,8 miljoen euro is. Daarmee ligt de reserve dus iets onder de 20 miljoen euro. In de jaren na 2020 neemt de AER verder toe door de structurele voeding van 2,6 miljoen euro die in de begroting is opgenomen. Daarnaast houden we in 2022 rekening met een toevoeging van 1 miljoen euro uit niet-bestede herindelingsmiddelen.
De stand van de reserve grondzaken en de reserve grondbank eind 2020 is 1,4 miljoen euro. Omdat we voor het weerstandsvermogen ook rekening houden met toekomstige onttrekkingen, ligt de stand voor het weerstandsvermogen onder nul (6,6 miljoen euro negatief).

In de nieuwe kadernota risicomanagement en weerstandsvermogen willen we het aantal reserves dat meetelt voor het beschikbaar weerstandsvermogen terugbrengen. Het verminderen van het aantal reserves sluit goed aan bij de sturingsfilosofie waarbij een opgavegerichte en integrale aansturing voorop staat (sturing vanuit het algemene belang). Een vermindering van reserves biedt ook meer transparantie.
Omdat de AER iets onder de minimale stand van 20 miljoen euro staat en de reserve grondzaken / grondbank samen ook nog boven 0 staan is er nu geen aanleiding om middelen vanuit de overige reserves over te hevelen naar de AER of grondzaken. Bij de kadernota weerstandsvermogen doen we een voorstel voor het terugbrengen van het aantal reserves en het overhevelen van middelen van de op te heffen reserves. We verwachten de nota eind 2019 aan u te kunnen voorleggen.