Paragraaf 5 Financiering

Risicobeheer financieringsportefeuille

Met dit onderdeel geven we een samenvatting van het risicoprofiel van de organisatie. Ook gaan we in op de gegevens die uit hoofde van de Wet financiering decentrale overheden (FIDO) voor de toezichthouder nodig zijn.

Limieten financiering
Ter beperking van renterisico’s hanteren we limieten voor de korte- en lange geldpositie. Het betreft hier uitsluitend nog de wettelijke limieten. Onderdeel van ons raadsvoorstel inzake de vaststelling van het Treasurystatuut 2020-2021 is de afschaffing van de korte-mismatchlimiet, de lange mismatchlimiet en de limiet vervroegde aflossing.

Limietenoverzicht (bedragen x 1.000 euro)

2019

2020

Limieten kort geld

Kasgeldlimiet

93.000

90.000

Drempelbedrag schatkistbankieren

4.937

4.866

Limieten lang geld

Renterisiconorm

219.000

212.000

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bepaalt de maximale omvang van de gemiddelde netto-vlottende schuld van de gemeente in een kwartaal.  De netto vlottende schuld van de gemeente is het bedrag van de vlottende schuld, verminderd met het gezamenlijke bedrag van de contante gelden in kas, de tegoeden in rekening-courant en de overige uitstaande gelden met een rente typische looptijd van korter dan één jaar. Deze limiet is gelijk aan 8,5 % van het begrotingstotaal. Daarboven moet lang geld worden aangetrokken. De kasgeldlimiet komt voor 2020 uit op 90 miljoen euro.

Drempelbedrag schatkistbankieren
Wij zijn verplicht om onze overtollige middelen in de Rijksschatkist aan te houden. Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag, afhankelijk van het begrotingstotaal, dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is gelijk aan 3,75 miljoen euro plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen euro te boven gaat. Dit komt voor 2020 neer op afgerond 4,9 miljoen euro.

Renterisiconorm
De renterisiconorm is een wettelijke limiet en beperkt de vaste schuld die in enig jaar voor aflossing of renteherziening in aanmerking komt tot 20% van het begrotingstotaal. Dit komt voor 2020 neer op afgerond 212 miljoen euro.  In het onderdeel Leningenportefeuille, berekening kasgeldlimiet en risiconorm van deze paragraaf wordt het renterisico op de vaste schuld berekend voor een periode van vier jaar. Uit de berekening blijkt dat de renterisico’s op de vaste schuld de komende vier jaren ruim onder de wettelijke norm blijven.

Vervroegde aflossing langlopende leningen
In de begroting wordt jaarlijks een overzicht opgenomen van leningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing. Voor 2020 kunnen geen consolidatieleningen vervroegd worden afgelost.

Kredietrisico’s op verstrekte gelden
Onderstaand overzicht geeft de kredietrisico’s op verstrekte gelden weer. Het betreft zowel verstrekte geldleningen (lang en kort) als creditposities (tegoeden) bij financiële instellingen. Hierbij zijn de uitgezette bedragen per risicogroep aangegeven. In het overzicht zijn de risicogroepen (globaal) gerangschikt naar oplopend risico.

Risicogeroep (bedragen x 1.000 euro)

Restantschuld
per 01-01-2020

Risico %

Gemeenten en Provincies

253.000

66,98%

Overheidsbanken en schatkistbankieren

0

0

Woningcorporaties met garantie WSW

90.505

23,96%

Semi overheidsinstellingen

2.205

0,58%

Financiële instellingen (AA en hoger)

0

-

Overige toegestane instellingen volgens Treasury statuut

32.025

8,48%

Niet toegestane instellingen volgens Treasury statuut

Totaal

377.735

100,00%

Projectfinanciering Meerstad
In de bovengenoemde tabel is op de regel gemeenten en provincies een bedrag opgenomen van 253 miljoen euro ten behoeve van de projectfinanciering Meerstad.