Paragraaf 5 Financiering

Relevante ontwikkeling

In dit onderdeel schetsen wij de interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op onze financiering.

Kaders
Het huidige Treasurystatuut 2018-2019 is geldig tot en met 31 december 2019. Wij zullen u binnenkort het raadsvoorstel aanbieden inzake vaststelling van het Treasurystatuut 2020. De door ons beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2020. De belangrijkste inhoudelijke wijziging betreft de herziening van de limietenstructuur. We zullen voorstellen om de korte mismatch limiet, de lange mismatch limiet en de limiet vervroegde aflossing af te schaffen en voor wat betreft de kasgeldlimiet voortaan één-op-één aan te sluiten bij de wettelijke definitie.

Door de afschaffing van de drie genoemde limieten beogen wij een vermindering van de complexiteit van het treasuryproces. Daarmee zal de transparantie toenemen, maar bovenal de efficiency. De tijd die bespaard kan worden door het niet meer monitoren van de afgeschafte limieten, zullen wij besteden aan het verder verdiepen van de analyses en het aanscherpen van de (liquiditeits)prognoses. Doordat de herziening van de limietenstructuur tegelijkertijd leidt tot meer flexibiliteit bij het aantrekken van nieuwe leningen (qua timing en looptijden), kunnen we nog optimaler inspelen op de huidige lage rentestanden. Daardoor verwachten we een structurele besparing op de rentelasten te kunnen bereiken van 200 duizend euro vanaf 2020.

Naast de afschaffing van limieten komen bij de herziening van het statuut onder andere de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Herziening Interne Rekeningen Courant (IRC)-structuur;
  • Vastleggen van de gewijzigde berekeningswijze van het Rente Omslag Percentage (ROP) in het Treasury statuut;
  • Beoordeling van de bevoegdheden, mandatering en functiescheiding en de gevolgen daarvan voor het Treasury statuut en het Handboek Treasury;
  • Het vastleggen van de (garanties op) personeelshypotheken die zijn meegekomen vanuit de voormalige gemeenten Haren en Ten Boer;
  • Redactionele wijzigingen, waaronder de vervanging van verouderde termen.

Voorgenomen financieringsbeleid
De financieringsbehoefte is gebaseerd op de (geprognosticeerde) eindbalans 2020. De opbouw van de begrote financieringsbehoefte (die betrekking heeft op het resterende deel van 2019 en 2020) ziet er als volgt uit. Dit overzicht betreft de financieringsbehoefte van de gemeente zelf. De ten behoeve van derden aangetrokken en doorverstrekte leningen zijn buiten beschouwing gelaten.

Financieringsbehoefte (bedragen x 1.000 euro)

Bedrag

Saldo huidige geldleningen o/g per 31-12-2020

1.127.000

Beschikbare reserves en voorzieningen per 31-12-2020

200.000  

Totaal beschikbare lange financieringsmiddelen per 31-12-2020 (A)

1.327.000

Investeringen voorgaande jaren

1.432.000

Investeringen 2020 (netto)

50.000  

Totaal benodigde financieringsmiddelen (B)

1.482.000

Financieringsbehoefte t.m. 2020 (A-B)

155.000  

Wij verwachten dat de lange rente in 2020 nog niet zal stijgen en dat de korte rente duidelijk lager zal liggen dan de lange rente (zie 3.5.2 Renteontwikkeling voor de details van onze rentevisie). Daarom is het aantrekkelijk om een zo groot mogelijk deel van de financieringsbehoefte in te vullen met kortlopende leningen (looptijd < 1 jaar). Op basis van de kasgeldlimiet mag dit tot een maximaal bedrag van 90 miljoen euro. Het resterende deel van de financieringsbehoefte moeten we invullen met langlopende leningen (looptijd >= 1 jaar), waarbij we, op basis van onze rentevisie, kiezen voor relatief korte looptijden.  

Uiteraard blijven we de rente-ontwikkelingen scherp volgen en als daar aanleiding toe is zullen we onze rentevisie bijstellen. Bij een aanpassing van de rentevisie zullen wij ook onze wijze van invulling van de financieringsbehoefte heroverwegen.

De omvang van de financieringsbehoefte hangt in sterke mate af van de omvang van de investeringen in vaste activa en in grondexploitaties. Daarmee is de financieringsbehoefte ook gevoelig voor wijzigingen in de planning van (grote) investeringsprojecten. Op basis van onze ervaringen in voorgaande jaren en in 2019 is er gemiddeld genomen sprake van vertraging in de uitvoering van projecten. Daardoor kan de uiteindelijke financieringsbehoefte lager uitvallen dan hierboven berekend in de tabel Financieringsbehoefte.