Paragraaf 8 Lokale heffingen

Leges en heffingen

Hieronder geven wij een toelichting op de ontwikkeling van de diverse leges en heffingen van de Gemeente Groningen.

Leges burgerzaken
Onder leges burgerzaken verstaan wij de tarieven voor reisdocumenten, verklaring omtrent gedrag, inlichtingen en afschriften burgerlijke stand, rijbewijzen, huwelijken en afschriften basisregistratie personen (BRP). Voor de tarieven voor afschriften BRP en huwelijken is het uitgangspunt dat de producten in totaliteit kostendekkend zijn (raadsbesluit november 2006). Voor de andere producten geldt dat de rijksoverheid de hoogte van de tarieven vaststelt. De kostendekkendheid van de producten burgerzaken loopt uiteen. Maar de totale kostendekkendheid van deze producten komt uit op 69% (2019: 71%). Het verschil wordt vooral veroorzaakt door het product reisdocumenten. De inkomsten zijn 424 duizend euro lager dan in 2019. Oorzaak is de verlenging van de geldigheidsduur van reisdocumenten van 5 naar 10 jaar. Hierdoor daalt de kostendekkendheid van de reisdocumenten van 64% in 2019 naar 53% in 2020.

Leges bouwactiviteiten
Bouwleges worden geheven om de kosten van het proces van bouwvergunningverlening te dekken. In de begroting is rekening gehouden met de grote bouwprojecten op basis van kengetallen (5-jaarsgemiddelde) voor de leges tot 200 duizend euro en de legesopbrengsten boven de 200 duizend euro. Boven de 200 duizend euro worden de projecten individueel beoordeeld. De werkelijke opbrengsten kunnen met een optimale prognosemethode altijd nog afwijken. Er kunnen mutaties in onderhavige projecten plaatsvinden en vertragingen optreden. Ook marktontwikkelingen kunnen het beeld sterk beïnvloeden. In 2020 moeten wij vanwege de herindeling de tarieven van 2019 toepassen. Voor 2020 is dus slechts de ontwikkeling in het volume van de bouwprojecten verwerkt, tegen de tarieven van 2019. Voor 2020 zijn de inkomsten ten opzichte van 2019 hierdoor met 3,244 miljoen euro toegenomen, in verband met de toenemende drukte in de bouw, vooral ten aanzien van enkele grote projecten. Er wordt extra personeel ingezet om deze aanvragen goed af te handelen, echter minder dan de batenstijging. Door een gewijzigde toedeling van de overheadkosten is de stijging van de kostendekkendheid nog enigszins afgezwakt tot 114% (2019: 102%). In 2020 is het de nieuwe gemeente Groningen niet toegestaan om de tarieven aan te passen.

Afvalstoffenheffing
De harmonisatie van het afvalbeleid en dus de Afvalstoffenheffing (ASH) vindt pas plaats in 2020. Daardoor kan in 2020 het tarief niet worden aangepast (geïndexeerd) in verband met  kostenstijgingen. De tarieven 2020 blijven dus ongewijzigd.
Er ontstaat zo een tekort van 2,4 miljoen euro want de kosten stijgen fors. De kostenstijging wordt vooral veroorzaakt door salaris- en materieelkosten, AID en stortkosten. Van deze 2,4 miljoen euro zat 0,7 miljoen euro ook al in de begrotingen van de afgelopen jaren om zo het overschot in de voorziening terug te geven aan de burgers. Met dit begrote tekort van 2,4 miljoen euro wordt het saldo in de voorziening aan het eind van 2020 teruggebracht tot 0,1 miljoen euro.

De opbrengsten uit afvalstoffenheffing stijgen met 0,3 miljoen euro. Oorzaak hiervan is de verwachte stijging van het aantal aansluitingen voor de afvalstoffenheffing.

Rioolheffing

De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing verhaald. Gemeenten hebben naast de zorgplicht voor stedelijk afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. De opbrengst van de rioolheffing, met als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, is geoormerkt. De belangrijkste functie is dus het genereren van inkomsten om de voorziening mogelijk te maken. De rioolheffing kan zowel van de eigenaar (aansluitrecht) als van de gebruiker (afvoerrecht) worden geheven.

Aan de batenkant is er ten opzichte van 2019 een daling van de inkomsten rioolheffing met 1,1 miljoen euro. Het tarief voor de rioolheffing in 2020 bedraagt €149,89 euro. Het aantal aansluitingen voor 2020 bedragen 123.378 duizend. De totale opbrengsten van de rioolheffing komen in 2020 hiermee uit op afgerond 18,5 miljoen euro. Enerzijds is er een toename in de baten door meer aansluitingen in 2020 van 2.579. Anderzijds is er een afname van de baten doordat er in het GWRP een voorstel ligt om in 2020 geen rioolheffing op te leggen inzake garageboxen. Ook ligt er in het GWRP een voorstel om in 2020 geen afvoerheffing op te leggen voor grootverbruik, zoals het geval was in de voormalig gemeente Haren. De totale afname in inkomsten ten aanzien van deze besluiten (garageboxen en grootverbruik) bedraagt ongeveer 476 duizend. Verder liggen er voorstellen om 1 miljoen euro baten uit te ruilen tussen rioolheffing en de OZB.

De begrote lasten in 2020 komen uit op een totaal van afgerond 18,5 miljoen euro. De afname in de lasten komt met name doordat de dotatie aan de voorziening 1 miljoen lager is dan in 2019. Standaard wordt er jaarlijks 2,1 miljoen euro gedoteerd aan de voorziening. De voorziening toekomstige vervanging riolering wordt gebruikt voor afboeking van de aanschafwaarde van vervangingsinvesteringen riolering. Effect is dat toekomstige kapitaallasten minder snel stijgen dan zonder de inzet van de voorziening het geval zou zijn: de onttrekking verlaagt de aanschafwaarde en daarmee de kapitaallasten, waardoor de noodzakelijk stijging van de rioolheffing in de toekomst gedempt kan worden.

Begrafenisrechten
Voor begraven is een raadsvoorstel opgesteld voor harmonisatie van de verschillende beheers- en tariefverordeningen uit de drie voormalige gemeenten, ingaande 1 januari 2020. We verwachten deze gelijktijdig met de algemene tarievennota midden november (in de Begrotingsraad) voor besluitvorming aan de raad te kunnen voorleggen. Het gaat bij de harmonisatie van de tariefverordeningen in eerste instantie om een “technische” harmonisatie die zich beperkt tot een samenvoeging van de oorspronkelijke verordeningen. De onderlinge verhoudingen tussen tarieven voor Groningen, Haren en Ten Boer blijven daarbij ongewijzigd. Dit is mogelijk omdat ook in de voormalige gemeente Groningen al verschillende tarieven voor de verschillende begraafplaatsen werden gehanteerd. Deze verschillen zijn onder meer gebaseerd op verschillen in ruimtebeslag en uitstraling van de onderscheiden begraafplaatsen.
Met deze “technische” harmonisatie voldoen we aan de wet AHRI en is het mogelijk om de tarieven te indexeren en zo gelijke tred met de algemene kostenstijging te laten houden. Naast de door de raad vastgestelde algemene indexering van 3,87% is een extra stijging van alle tarieven nodig voor een volledige kostendekking. Dit wordt veroorzaakt doordat een aantal kosten sterker stijgen dan de genoemde indexering van 3,87 %. Het gaat dan om een extra stijging van de algemene interne dienstverlening (AID) en een correctie op de doorberekende kosten van vastgoed. Bovendien stijgen – door de CAO verhoging – de salariskosten (een groot deel van de exploitatiekosten begraafplaatsen) meer dan de algemene indexering. Per saldo leidt dit tot een extra tariefverhoging van 7,57 % om een 100% kostendekking te blijven realiseren. De totale tariefstijging komt hiermee op 11,44 % (3,87% voor de algemene indexering en 7,57% voor de extra kostenstijgingen).

Evenementen
De kostendekkendheid van leges evenementen 2020 bedraagt 18%. Ten opzichte van 2019 is de kostendekkendheid ongewijzigd.

Havengelden
Na indexatie van de tarieven van 3,87% wordt de kostendekkendheid 100%.