Financieel meerjarenbeeld

Financiële knelpunten (reeds middelen voor gereserveerd in) voorgaande jaren

In onderstaand overzicht staan de opgaven waarvoor in voorgaande begrotingen is voorgesteld om aanvullende middelen beschikbaar te stellen. Het betreffen opgaven die niet binnen bestaande budgetten opgelost kunnen worden of waar dit onwenselijke consequenties heeft. In het overzicht zijn alle opgaven uit voorgaande jaren opgenomen waarvan het bedrag in de jaarschijf 2020 afwijkt ten opzichte van de vorige jaarschijf 2019. We lichten onder het overzicht alle punten afzonderlijk toe.

Nr.

Opgaven (reeds middelen voor gereserveerd in voorgaande begrotingen)

Deel-programma

I/S

2020

2021

2022

2023

1

Groot onderhoud en vervangingen

9.1

I

-418

-137

Groot onderhoud en vervangingen

9.1

S

-269

-573

-573

-573

2

Vervanging gele stenen binnenstad

9.1

S

-66

-104

-104

-104

3

Subsidie- en uitvoeringskosten SW

1.1

I

-250

4

Veiligheidsregio

10.4

S

-66

167

167

167

5

Wmo/BW/Jeugd

4.2

I

-5.300

-4.300

6

Tekort Sociaal domein (begroting 2017)

4.2

I

-1.082

7

Aanvullen egalisatiereserve VSD

4.2

I

-2.000

8

Revitalisering Stadhuis

14.1

I

-379

Revitalisering Stadhuis

14.1

S

-589 

-589

-589

9

Verzelfstandiging CBK

6.1

I

-54

-22

10

Effecten knelpunten op SSC

14.1

S

50

50

50

50

11

Terugloop omzet detachering SW

1.1

S

-100

-100

-100

-100

12

Onderhoud Martiniplaza

6.1

I

-1.495

13

Doorwerking bezuiniging Outsourcing ICT naar tarieven

12.1

S

-385

-385

-385

-385

14

Aanvulling weerstandsvermogen

12.1

I

-311

15

Aanvullende zorgkosten Wmo & Jeugd

4.2

S

-515

2.755

2.755

2.755

16

Terugdringen zorgkosten (inkoop jeugd, WIJ & OJG)

4.2

S

-650

-875

-800

-800

17

Aanpak multiproblematiek

4.2

I

-250

18

Bijzondere bijstand/Bewindvoering

1.2

I

-650

19

Individuele inkomenstoeslag

1.2

S

40

80

80

80

20

Aanpak problematische groepen

4.2

I

-98

-98

-98

21

Fietsenstalling V&D

7.1

S

-300

-300

-300

-300

22

Tijdelijke maatregelen fietsenstallingen

7.1

I

-300

-300

-250

23

Erfgoed

8.6

I

-100

-100

-100

24

Beheer en onderhoud groen

9.1

S

-200

-200

-200

-200

Leefkwaliteit (SIF voor groen)

9.1

S

-500

-500

-500

-500

25

Plankosten

9.1

I

-50

-50

-50

26

Motie parkeren diepenring

7.4

S

-40

-40

-40

-40

27

Kapitaallasten binnenstad

7.4

S

-180

-360

-540

-540

28

Aanvullen tekort rijksmiddelen BUIG

1.2

S

-9.800

-9.500

-9.500

-9.500

29

Basisbaan

1.1

I

-700

-700

-700

30

Stadsbeheer proef

9.1

I

-125

-125

-125

31

Sociaal ondernemen

1.1

S

-50

-50

-50

-50

32

Intensivering begeleiding en participatie

1.1

S

-2.000

-1.500

-1.000

-1.000

33

Energie

8.4

I

-1.110

-1.110

-1.150

34

Emissievrij wagenpark

9.1

S

-300

-300

-300

-300

35

Wijkvernieuwing (sociaal / ruimtelijk)

8.4

I

-4.000

-4.000

-4.000

Wijkvernieuwing (fysiek)

8.4

S

-350

-700

-700

-700

36

Werklocaties

2.3

I

-300

-350

-200

Werklocaties

2.3

S

-125

-265

-380

-495

37

Stationsgebied

7.2

S

-400

-1.822

-1.956

38

Terugdringen autoverkeer: fiets & OV

7.6

S

-235

-253

-253

-253

39

Oosterhamrikzone

7.6

S

-250

-250

-250

40

Uitvoeren woonvisie SIF

8.2

S

-175

-175

-175

-175

41

Stadshavens

8.1

S

-200

-400

-600

-800

42

Onderwijshuisvesting

3.1

S

-1.500

-2.500

-2.500

-2.500

43

Centrale huisvesting kunstencentrum VRIJDAG

6.1

S

-250

-250

-250

-250

44

Beheer en onderhoud Synagoge

6.1

I

-33

45

Cultuurpas en marketing

6.1

I

-25

46

Broedplaatsen en ateliers

6.1

I

-132

47

Subsidies en bijdragen instellingen

6.1

I

-94

48

Cultuurnota

6.1

S

-300

-300

-300

49

Co-investeringsfonds Sport

5.1

I

-67

50

Vervangen kunstgrasvelden

5.1

S

-8

-92

-95

-95

51

Capaciteit Toezicht & handhaving openbare ruimte

10.1

S

-50

-50

-50

-50

52

Capaciteit Toezicht & handhaving overig

10.3

S

-150

-150

-150

-150

53

Gebiedsgericht werken

12.2

I

-2.150

-2.150

-2.150

Gebiedsgericht werken Haren en ten Boer

12.2

I

-1.075

-1.075

-1.075

54

Digitale dienstverlening

11.1

I

-440

-330

-220

55

Compensatie OZB niet woningen Haren & ten Boer

13.1

I

-1.080

-810

-540

56

Digitale archiefbestanden

14.1

I

-140

-140

-140

Transitie DIV

14.1

I

-561

-298

57

Huur Oosterboog

14.1

I

-125

-125

58

Huur I&A

14.1

I

-196

-141

59

Vorming GBI

1.2

I

-250

60

Subsidies beheer & accommodaties

4.1

I

-35

-25

-25

Subsidies beheer & accommodaties

4.1

S

-30

-30

-30

-30

Opgaven (reeds middelen voor gereserveerd in voorgaande begrotingen

-43.779

-33.936

-30.307

-19.933

Knelpunten tlv weerstandsvermogen

I/S

2020

2021

2022

2023

61

Outsourcing ICT

14.1

S

-1.348

Pm

Knelpunten ten laste van weerstandsvermogen

-1.348

Pm

1. Groot onderhoud en vervangingen
De komende jaren zijn diverse voorzieningen in de openbare ruimte aan vervanging toe. Of omdat de kosten voor onderhoud in de eindfase te hoog worden of omdat de voorziening echt ‘op’ is. Via voorgaande begrotingen zijn meerjarig budgetten gereserveerd voor aanvullend groot onderhoud en vervangingen. Het betreft een structurele component voor vervangingsinvesteringen en een incidentele component voor groot onderhoud. Het gaat om vervanging en groot onderhoud van het openbaar lichtnet, beweegbare bruggen en viaducten, verharding, speeltoestellen en openbare recreatievoorzieningen.

2. Vervanging gele stenen binnenstad
De gele stenen in de binnenstad worden steeds gladder, waardoor het risico op valpartijen toeneemt, vooral wanneer de stenen nat zijn. Uit een meting in het najaar van 2016 blijkt dat bij een aantal straten de stroefheid inmiddels op of onder de minimale verzekeringsgrens ligt. In de andere straten ligt de stroefheid nog boven de grens, maar is het een kwestie van tijd dat ook deze straten onder de minimum grens komen. We willen de komende jaren alle stenen in de binnenstad vervangen door een nieuwe steen die voldoende stroef blijft. Om de grootse risico ’s te beperken, ruwen we de gladste straten in de tussentijd op.
De kosten van de gehele operatie bedragen 8,6 miljoen euro. Dekking kan voor een deel worden gevonden in de hiervoor nog beschikbare incidentele middelen. De overige investeringskosten (ruim 8,1 miljoen euro) bouwt in de komende jaren op tot een structurele kapitaallast van 332 duizend euro. Deze kan in de komende jaren voor 80 duizend euro worden gedekt uit (het voorkomen van) onderhoud. De opgave in 2020 bedraagt 214 duizend euro (+ 66 duizend euro ten opzichte van 2019) en loopt op tot 252 duizend euro vanaf 2021 (+104 duizend euro ten opzichte van 2019).

3. Subsidie- en uitvoeringskosten SW
Het subsidie- en uitvoeringstekort bij de sociale werkvoorziening zijn geactualiseerd. Het uitvoeringstekort ontwikkelt zich gunstiger dan verwacht. Het subsidietekort neemt de komende jaren verder toe. De belangrijkste verklaring hiervoor is een lager effect van het lage inkomensvoordeel (LIV) dan eerder in de begroting was opgenomen. Daarnaast zien we dat het aantal SW-ers minder snel afneemt dan verwacht en dat er meer mensen vanuit begeleid werken instromen in het beschutte bedrijf. Ook landelijk zien we dat de uitstroom achterblijft bij de aannames van het Rijk. Gemeenten ontvangen daardoor een lager subsidiebedrag per SW-er. De loonkosten nemen minder snel af.
Aan de andere kant ontvangen we een groter budget voor de uitvoering van de Wsw (wet sociale werkvoorziening) via de integratie uitkering sociaal domein. De toename ontstaat doordat het budget is geïndexeerd en er rekening is gehouden met een groter aantal SW-ers. Daarnaast wordt bij de verdeling van de landelijke middelen voortaan gekeken naar de gemeente die de uitkering betaalt en niet meer de gemeente waar de SW-er woont. Voorheen verrekenden gemeenten en SW bedrijven deze kosten met elkaar. Deze wijzigingen leiden tot een voordeel van 300 duizend in 2020 en 250 duizend in 2021. Per saldo verslechtert het resultaat in 2020 op de SW met 250 duizend euro.

4. Veiligheidsregio
De afgelopen jaren heeft de Veiligheidsregio een aantal autonome ontwikkelingen incidenteel (binnen de eigen begroting) kunnen opvangen. Vanaf 2018 is dit niet langer mogelijk omdat de incidentele ruimte niet meer beschikbaar is. In 2016 is een door een extern bureau een takenevaluatie gestart met als doel inzichtelijk te maken op welke wijze het takenpakket van de Veiligheidsregio duurzaam in evenwicht kan worden gebracht met de beschikbare middelen. Uit de takenevaluatie blijkt dat de Veiligheidsregio beleidsarm is ingericht en de focus ligt op de uitvoering. Dit uit zich in een relatief lage overhead en in een smalle top. De verwachting is dan ook niet dat er door het voeren van een takendiscussie een significante besparing te behalen valt. Het rapport geeft een richting voor de takendiscussie. Dit betekent dat de bijdrage van de deelnemers aan de Veiligheidsregio omhoog moet.
Bij de vorming van de veiligheidsregio op 1 januari 2014 zijn de huisvestingskosten buiten de begroting van de veiligheidsregio gehouden omdat veel onduidelijkheid was over de kosten, onderhoudstoestand en de gewenste situatie. Per 1 januari 2016 maken de huisvestingskosten deel uit van de begroting van de veiligheidsregio. De bijdrage van de gemeente Groningen stijgt hierdoor vanaf 2020 met 642 duizend euro. Daarnaast is (onder andere) sprake van hogere kosten als gevolg van hogere pensioenlasten, hogere lasten functioneel leeftijdsontslag (FLO) door het verhogen van de AOW leeftijd en hogere opleidingskosten. Voor de gemeente Groningen leidt dit tot een aanvullende bijdrage ten opzichte van 2019 van 66 duizend euro in 2020 en 104 duizend euro vanaf 2021.

5. Wmo/BW/Jeugd
Op basis van de resultaten over 2016, het geactualiseerde beeld over 2017 en informatie uit de mei- en septembercirculaire over de beschikbare budgetten is het financieel beeld voor het sociaal domein geactualiseerd bij de begroting 2018. We stellen de komende jaren extra beleidsmiddelen beschikbaar voor de uitvoering van de taken op het gebied van WMO, beschermd wonen en jeugd. Voor 2020 is dit 5,3 miljoen euro aflopend en voor 2021 is dit 4,3 miljoen euro. Ook nemen we maatregelen om beter in control te komen op Wmo en Jeugdwet. Bijvoorbeeld door de ontwikkeling van het Gebiedsondersteunings netwerk (GON).

6. Tekort sociaal domein (begroting 2017)
Bij de begroting 2017 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor tekorten binnen het sociaal domein. Het knelpunt binnen het Sociaal domein wordt veroorzaakt door diverse voor- en nadelen. De decentralisaties gaan gepaard met een omvangrijke en fundamentele stelselwijziging binnen het sociaal domein. De transformatie, oftewel de kostenbesparing door de verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen is een middellange termijn verhaal. Daarbij gaat de transformatie niet snel genoeg om de vermindering van beleidsmiddelen zoals opgenomen in de begroting 2016, op te kunnen vangen en heeft het Rijk een structurele korting op het Wmo-budget doorgevoerd van afgerond 2 miljoen euro. Binnen de WIJ-teams is extra capaciteit nodig in verband met casusregie jeugd en de verdere ontwikkeling van de WIJ-teams. Ook de transitie van de WIJ-teams per 1 januari 2018 en de voorbereidingen daarop, vergden extra middelen. Hier staat een structureel voordeel op beschermd wonen tegenover, dat deels ten goede komt aan de gemeente Groningen, en afname van de uitgaven voor PGB’s.
Om het knelpunt structureel terug te brengen hebben we bij de begroting 2017 voorgesteld aanvullende maatregelen te nemen om de verzilvering te realiseren en de kosten van de WIJ-teams terug te brengen. Daarnaast zijn de innovatiemiddelen verlaagd en waren er besparingsmogelijkheden binnen de meerkostenregeling. Voor 2017 tot en met 2020 stellen we extra beleidsmiddelen beschikbaar om het teruglopende knelpunt binnen het sociaal domein op te lossen (2020: 1,082 miljoen euro).

7. Aanvullen egalisatiereserve VSD
Bij de begroting 2017 is voorgesteld om de egalisatiereserve VSD met in totaal 5 miljoen euro aan te vullen. In 2020 wordt hiervoor 2 miljoen euro gereserveerd.

8. Revitalisering Stadhuis
Bij het stadhuis moet een aantal noodzakelijke maatregelen worden getroffen. Het gaat bijvoorbeeld om uitbreiding in verband met de groei van het aantal raadsleden, noodzakelijke onderhouds- en versterkingsmaatregelen en maatregelen op het gebied van verduurzaming. Daarnaast biedt de aanpak van het stadhuis ook een mogelijkheid het monumentale karakter te verbeteren en voor een kwaliteitsslag waarmee we het functioneren van het gebouw optimaliseren en weer bij de tijd brengen. Eind september 2017 heeft uw raad ingestemd met de optie waarbij de raadszaal wordt verplaatst naar de derde verdieping. De eenmalige kosten bedragen per saldo 1,136 miljoen euro (379 duizend euro in de jaren 2018, 2019 en 2020). De structurele kosten bedragen jaarlijks 589 duizend euro vanaf 2021.

9. Verzelfstandiging CBK
In de cultuurnota 2017-2020 staat de opdracht de mogelijkheid voor verzelfstandiging van het CBK te onderzoeken. Inmiddels is het CBK verzelfstandigd. Met de verzelfstandiging zijn frictiekosten en transitiekosten gemoeid. We reserveren in 2020 54 duizend euro en in 2021 22 duizend euro.

10. Effecten knelpunten op SSC
Wanneer bij de knelpunten sprake is van formatie uitbreiding leidt dit, naast de directe kosten, ook tot een stijging van de indirecte koste (overhead). Hierbij gaat het onder andere om kosten voor huisvesting, ICT en telefonie, administratie en adviseurs SSC. Uitbreiding van formatie doet zich voor bij informatieveiligheid, aanpak kindermishandeling, inzet praktijkbegeleiders WIJ, aanpak mensen met verward gedrag en ontwikkeling vluchtelingen, asielzoekers en statushouders. In 2019 was hiervoor 301 duizend euro structureel geraamd. Dit loopt vanaf 2020 terug met 50 duizend euro tot 251 duizend euro.

11. Terugloop omzet detachering SW
In de begroting 2016 zijn structureel middelen beschikbaar gesteld voor een knelpunt als gevolg van een daling van de omzet uit detacheringen SW. Hierbij is rekening gehouden met daling van de bedrijfsvoeringskosten van 500 duizend euro waardoor het knelpunt enigszins werd gedempt. Bij de begroting 2017 is het knelpunt geactualiseerd en bleek dat het knelpunt beduidend kleiner is geworden. Tegelijkertijd is vastgesteld dat de bedrijfsvoeringskosten met slechts 100 duizend euro afnemen. Het resterende knelpunt bedraagt structureel 100 duizend euro vanaf 2020.

12. Onderhoud Martiniplaza
In de begroting 2017 is in totaal 5,4 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de tweede fase van het meerjarig onderhoudsplan van Martiniplaza. Bij de begroting 2017 is 915 duizend euro beschikbaar gesteld voor 2017 en is in de jaren 2018, 2019 en 2020 jaarlijks een bedrag van 1,495 miljoen euro gereserveerd. In januari 2017 is besloten het beschikbare bedrag in 2017 te verhogen met 1,585 miljoen euro en dit te dekken uit de gereserveerde bijdragen voor de jaren 2018 (45 duizend euro), 2019 (45 duizend euro) en 2020 (1,495 miljoen euro ). De extra bijdrage in 2017 van 1,585 miljoen euro is voorgefinancierd vanuit de AER. De AER wordt in de jaren 2018, 2019 en 2020 met hetzelfde bedrag weer aangevuld.

13. Doorwerking bezuinigingen Outsourcing ICT en op de organisatie naar tarieven
Outsourcing levert volgens de bij de begroting 2017 geactualiseerde businesscase van Quint uiteindelijk een netto besparing op van 4,5 miljoen euro structureel. De totale doorlooptijd van de businesscase is 7 jaar. Voor een deel leiden deze besparingen tot lagere tarieven. De besparingen die weglekken naar lagere tarieven kunnen niet worden ingezet voor de bezuinigingen. Het weglekpercentage van de betreffende directie bedraagt 30%. Bij de begroting 2017 hebben we het structurele weglekeffect tot en met 2020 opgenomen in de begroting. De omvang van het weglekeffect vanaf 2021 is afhankelijk van de uiteindelijke structurele besparing die duidelijk wordt na de uitkomsten van de aanbesteding. Vooralsnog houden we de weglekeffecten aan zoals opgenomen in de begroting 2017:

Jaar
Bedragen x 1.000 euro

Besparing

weglek
percentage

weglek

2018

316

30%

-95

2019

2436

30%

-731

2020

3721

30%

-1.116

2021

PM

30%

-1.116

14. Aanvulling weerstandsvermogen
Bij de begroting 2017 zijn daarnaast de beperkte saldi die zijn overgebleven in de meerjarenbegroting (2020: 311 duizend euro voordelig) verrekend met het weerstandsvermogen.

15. Aanvullende zorgkosten Wmo & Jeugd
We worden geconfronteerd met forse tekorten binnen de WMO en Jeugdwet. De tekorten op jeugd en WMO kennen hun geschiedenis in de decentralisatie, waarbij het rijk naast het afstoten van taken, een forse korting heeft doorgevoerd. In hoofdlijnen komt het erop neer dat we meer met minder moeten doen. De middelen zijn afgenomen, terwijl de vraag naar ondersteuning in volume toeneemt, zowel bij Wmo als Jeugd. Ontwikkelingen zoals extramuralisering, de vergrijzing die gepaard gaat met grotere ondersteuningsbehoefte en de aanzuigende werking van WIJ, zorgen voor een toenemende vraag naar Wmo voorzieningen. Ook bij Jeugd zien we dat de vraag nog steeds onverminderd hoog is. Relatief veel kinderen groeien op in armoede, in gezinnen met meervoudige problematiek of hebben te maken met echtscheidingen en kindermishandeling. Ondertussen wordt er sinds 2015 fors bezuinigd op de Jeugdhulp. We stellen structureel extra middelen beschikbaar. In 2019 betreft het 12,6 miljoen euro. In 2020 betreft het 13,1 miljoen euro. Vanaf 2021 stellen 9,8 miljoen euro per jaar beschikbaar. We gaan ervan uit dat het Rijk haar verantwoordelijkheid neemt en de komende jaren aanvullende maatregelen beschikbaar stelt.

16. Terugdringen zorgkosten (inkoop jeugd, WIJ & OJG)
Om positieve lange termijneffecten te kunnen realiseren hebben we meerdere maatregelen in beeld gebracht. Hierbij zetten we in op een intensieve samenwerking met de diverse instellingen. De maatregelen zijn er mede op gericht de zorgkosten te beheersen. Voor de kosten voor het uitvoeren van de maatregelen stellen we in 2019 400 duizend euro beschikbaar en in 2020 1,05 miljoen euro beschikbaar oplopend tot circa 1,2 miljoen euro vanaf 2022. Concreet gaat het hierom de invoering van de Ondersteuner Jeugd en Gezin in de WIJ-teams en de huisartsenpraktijken.

17. Aanpak multiproblematiek (frictiekosten)
De komende periode richten wij ons op de aanpak van 240 multiprobleem gezinnen, waarbij we toewerken naar een duurzaam perspectief op verbetering. Met 1 gezin, 1 plan en 1 aanpak krijgen gezinnen de ondersteuning die nodig is; een stapeling van indicaties wordt zo voorkomen. De kosten gemoeid met deze aanpak bedragen in 2020 250 duizend euro.

18. Bijzondere Bijstand/Bewindvoering
Door het beroep dat statushouders doen op de voorzieningen van de bijzondere bijstand en de toegenomen kosten van bewindvoering is in 2020 extra budget nodig. Door een daling van de instroom van vergunninghouders nemen de kosten geleidelijk af. In het raadvoorstel Beleidsregels bijzondere bijstand en tarieven beschermingsbewind dat februari 2018 is vastgesteld is besloten om (voor minima) de dienst beschermingsbewind te laten uitvoeren door de gemeente Groningen. Door beide ontwikkelingen wordt het tekort op termijn lager. We stellen voor 2020 650 duizend euro beschikbaar.

19. Individuele inkomenstoeslag
Er is sprake van een structureel tekort dat in 2018 bovendien sterk is gegroeid ten opzichte van de voorgaande jaren. Het tekort en de groei daarvan houden verband met het groeiend aantal deelnemers aan de regeling. Steeds meer mensen met een bijstandsuitkering zitten langer dan 5 jaar in de bijstand en voldoen daardoor aan de voorwaarden voor de regeling. Ook de verhoging van de AOW-/pensioengerechtigde leeftijd speelt een rol. De regeling wordt via de bel- en Wij-teams bovendien steeds bekender, ook bij mensen met een minimuminkomen anders dan een bijstandsuitkering. We stellen 270 duizend euro beschikbaar in 2019 en 230 duizend euro in 2020 extra beschikbaar aflopend tot structureel 190 duizend euro vanaf 2021.

20. Aanpak problematische doelgroepen
We zien knelpunten bij aanpak van problematische doelgroepen: Het gaat om personen van verward gedrag, doelgroep bij afbouw Tippelzone en ex-gedetineerden. We stellen in 2020 t/m 2022 98 duizend euro per jaar beschikbaar om deze knelpunten aan te pakken.

21. Fietsenstalling V&D
Een aantrekkelijke, leefbare binnenstad bereiken we onder andere door meer ruimte te bieden aan voetgangers en de fietsers. We stellen daarom voor te investeren in een fietsenstalling in de kelder van de voormalige V&D. Vanaf 2020 stellen we 300 duizend euro beschikbaar voor de exploitatie.

22. Tijdelijke maatregelen fietsenstallingen
We treffen tijdelijke maatregelen voor fietsenstallingen gezien de ervaren hinder van gestelde fietsen in de openbare ruimte. Voor deze tijdelijke maatregelen stellen we in 2020 en 2021 jaarlijks 300 duizend euro beschikbaar. Voor 2022 stellen we 250 duizend euro beschikbaar voor tijdelijke maatregelen fietsenstallingen.

23. Erfgoed
De geschiedenis van onze gemeente zegt iets over onze identiteit. Wij koesteren onze cultuurhistorie: de monumenten, de landschappen en de archeologie. Voor het uitvoeren van de erfgoednota stellen we 100 duizend euro per jaar extra beschikbaar tot 2023.

24. Leefkwaliteit (SIF voor groen) / beheer en onderhoud groen
Leefkwaliteit is een belangrijk thema en de komende tijd zal in het licht van de Next City het belang nog meer toenemen. We geven een extra impuls aan de leefkwaliteit door het niveau van beheer en onderhoud in de gemeente te verhogen. Dit kunnen we realiseren door het verhogen van de ambitie op het gebied van groen en schoon en door het inrichten, renoveren en beheren van groene hotspots, aansluitend bij de omgevingsvisie Next City. We stellen in vanaf 2020 jaarlijks 688 beschikbaar. Daarnaast stellen we voor uit het investeringsbudget SIF voor groen en bomen 500 duizend beschikbaar te stellen vanaf 2020 voor investeringen in de leefomgeving.

25. Plankosten
We stellen in 2020 t/m 2022 per jaar 50 duizend euro beschikbaar voor plankosten. Dit zijn kosten voor het werken in projecten die we niet direct vanuit het programma Leefkwaliteit initiëren, maar waar we wel plankosten moeten maken (inzet projectleider, ontwerper of andere adviseur) om extra groen of een impuls in de openbare ruimte voor elkaar te krijgen.

26. Motie parkeren Diepenring
Uw raad heeft een motie aangenomen waarin wordt gevraagd naar een voorstel om het aantal parkeerplekken aan de Diepenring te verminderen. Daarbij werd gevraagd de financiële, bereikbaarheid- en ruimtelijke consequenties van het ‘parkeervrij maken’ van de Diepenring in beeld te brengen. Bij de besluitvormingsstukken over het voorlopig ontwerp Kattenbrug en Sint-Jansstraat en Bussen over Oost en de vaste Kattenbrug is rekening gehouden met een vermindering van 64 parkeerplaatsen. Met het weghalen van die parkeerplekken verwachten we een inkomstenderving van 40 duizend euro vanaf 2020.

27. Kapitaallasten binnenstad
Het visiedocument Bestemming Binnenstad is vertaald in een Uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen. Dit uitvoeringsprogramma is door uw raad vastgesteld en jaarlijks actualiseren we het programma. Bij de actualisatie is het aantal projecten toegenomen en is een kostenraming opgenomen voor een aantal projecten die eerder nog niet was uitgewerkt. Het betreft bijvoorbeeld onze ambities voor de Grote Markt, aanlooproute Sontplein, gebiedsontwikkeling Noordwand, et cetera. We stellen voor vanaf 2020 ieder jaar 180 duizend euro structureel hiervoor beschikbaar te stellen oplopend tot structureel 540 duizend vanaf 2022.

28. Aanvullen tekort rijksmiddelen BUIG
In de afgelopen jaren is er een tekort geweest op de Wet BUIG. Het tekort dat we voor de komende jaren verwachten wordt veroorzaakt door de verdeelsystematiek die een te klein aandeel in het macrobudget berekent voor de gemeente Groningen. In oktober 2018 is uw raad per brief geïnformeerd over de BUIG uitkering voor de periode 2019-2022. We stellen vanaf 2020 9,8 miljoen euro beschikbaar aflopend tot 9,5 miljoen euro vanaf 2021.

29. Basisbaan
Voor mensen die nauwelijks een kans maken op de arbeidsmarkt experimenteren we de komende vier jaar met de basisbaan binnen verschillende sectoren, bijvoorbeeld ondersteunende taken in de wijk. Met de basisbaan willen we ook deze mensen perspectief bieden. In 2019 stelden we 250 duizend euro beschikbaar. Vanaf 2020 stellen we hiervoor 700 duizend euro beschikbaar.

30. Stadsbeheer proef
Een belangrijk deel van het onderhoud in de gemeente wordt momenteel uitgevoerd door circa 260 medewerkers die vallen onder de Wet Sociale Werkvoorziening. Met het van kracht worden van de Participatiewet is vanaf 2015 nieuwe instroom binnen deze groep niet meer mogelijk en neemt het aantal medewerkers binnen deze groep af. We vinden het onverminderd belangrijk om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een plek te bieden in het onderhoud van de gemeente en zoeken daarom naar andere vormen. In 2019 starten we met een concrete uitwerking van een proef daarin. We stellen voor deze proef in 2020 t/m 2022 jaarlijks 125 duizend euro beschikbaar.

31. Sociaal ondernemen
In 2017 heeft bureau Bries in opdracht van de arbeidsmarktregio een advies laten opstellen over sociaal ondernemen. Uitkomst van het onderzoek is o.a. dat in onze regio veel startups zijn maar relatief weinig doorontwikkelde sociale ondernemingen. Wij hebben dit onderzoek met uw raad besproken en stellen een actieplan op langs een viertal actielijnen met nieuwe activiteiten en versterking/ van bestaande activiteiten. In 2019 is hiervoor 50 duizend euro beschikbaar gesteld. Wij stellen vanaf 2020 hiervoor 100 duizend euro beschikbaar.

32. Intensivering begeleiding en participatie
We ontwikkelen een nieuw werkprogramma dat uitgaat van positief individueel maatwerk. We willen hiermee de instroom in de bijstand beperken en de uitstroom uit de bijstand versnellen. Een scan van de arbeidsmarktwaarde maakt deel uit van de intake. Als het na 3 maanden niet gelukt is om werk te vinden, komt het Ontwikkelhuis in beeld. Hier wordt scholing en re-integratie geboden. Voor 2020 gaan we uit van extra kosten voor de intensivering van 2 miljoen euro dat jaarlijks afneemt met 500 duizend euro tot 1 miljoen euro vanaf 2023.

33. Energie
Uw raad heeft in het beleid (warmtevisie/routekaart) vastgesteld dat de gemeente een grotere rol moet hebben dan alleen regie voeren over de transitie in de gebouwde omgeving. De gemeente zou ook een rol moeten hebben van medefinancier en mede-investeerder, naast Rijk, corporaties, particulieren en bedrijfsleven. Achtergrond is de door de raad vastgestelde ambitie dat Groningen CO2-neutraal is in 2035. We zetten daarom in op verschillende onderdelen. Zo maken we wijkenergieplannen in opdracht van het Rijk in de transitie naar aardgasloze wijken, zonder dat daar op dit moment nog middelen tegenover staan. We nemen deel aan de Regionale Energiestrategie, naast onze eigen inzet stelt ook het Rijk hiervoor middelen beschikbaar. We zetten middelen in voor het Windplatform en het Masterplan energie-landschap Meerstad Noord. We stellen hiervoor in 2020 en 2021 1,11 miljoen euro beschikbaar en in 2022 1,15 miljoen euro.

34. Emissievrij wagenpark
We houden rekening met de opgaven van de energietransitie binnen de bedrijfsvoering. Voor ons heeft elektrisch rijden en rijden op waterstof de toekomst. Ons streven is vanaf 2023 te rijden met emissieloze wagens in de binnenstad. Realisatie van deze ambitie vraagt om een financiële impuls. We stellen voor 300 duizend euro vanaf 2020 beschikbaar te stellen.

35. Wijkvernieuwing (sociaal en fysiek)
In 2018 is een start gemaakt met een nieuwe vorm van wijkvernieuwing (“wijkvernieuwing 3.0”) voor de wijken Selwerd, Beijum, De Wijert en Indische buurt/De Hoogte en een mogelijke verbreding naar Vinkhuizen, Paddepoel (motie Raad) en eventueel Lewenborg . Doelstelling is om toe te werken naar een eigentijdse innovatieve wijkverbeteringsaanpak die een stevige financiële gemeentelijke inbreng vergt. De inzet is gericht op fysieke investeringen in de wijk (openbare ruimte, woonomgeving, inclusief klimaatadaptatie) en gelijktijdige investeringen op sociaal-maatschappelijk vlak en de plankosten (inclusief programmaleiding wijkvernieuwing). De hiervoor genoemde energietransitie geldt als belangrijke motor voor de wijkvernieuwing. In de jaren 2020 t/m 2022 stellen we voor fysieke en sociale wijkvernieuwing jaarlijks 4,0 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast stellen we 350 duizend structureel beschikbaar vanaf 2020 oplopend tot 700 duizend euro vanaf 2021.

36. Werklocaties
Groningen groeit , niet alleen in aantal inwoners maar ook in aantal banen. Onze regiofunctie neemt toe en daarmee de druk op de stedelijke regionale voorzieningen. De economie verandert continu. Bedrijven zijn gemiddeld kleiner, zijn meer gericht op (kennisintensieve) dienstverlening, werken samen aan opdrachten en innoveren met de kennisinstellingen en andere bedrijven in plaats achter gesloten deuren. We worden steeds internationaler (met studenten en kenniswerkers), maar ook steeds drukker met bezoekers en toeristen. Ondertussen neemt de druk op de kantorenmarkt, horeca-, leisuremarkt en detailhandelsruimte en bedrijfsruimtemarkt verder toe. Willen we deze (ruimtelijk-) economische groei (blijven) accommoderen en een aantrekkelijk vestigingsklimaat houden heeft dan staan we komende jaren voor een investeringsopgave om:
1. De groei te blijven faciliteren,
2. Een aantrekkelijke vestigingsplaats te blijven, en
3. Flexibel en wendbaar te kunnen inspelen op de veranderende economie.
We creëren investeringsruimte voor verbetering van het vestigingsklimaat, in het bijzonder ontwikkelen we een visie op het profiel van bedrijventerreinen. We werken daarbij samen met de regio, om het aanbod goed op de vraag af te stemmen. We stellen in 2020 125 duizend euro structureel beschikbaar oplopend tot 495 duizend euro in 2023. Daarnaast stellen we incidentele middelen beschikbaar in 2020 t/m 2022 (2020: 300 duizend euro, 2021: 350 duizend euro en 2022: 200 duizend euro).

37. Stationsgebied
Naar verwachting is de gehele operatie van de Spoorzone medio 2023 gereed. Omdat het opstelterrein aan de zuidzijde dan is verwijderd en verplaatst naar Haren, biedt dit kansen om dit gebied te herontwikkelen. Voor dit gebied zijn de ambities alsmede de ontsluitingsprincipes vastgesteld, als opmaat voor een op te stellen ruimtelijk plan en een bestemmingsplan. De visie gaat uit van een autoluw duurzaam gebied met een stedelijke uitstraling waarin 24/7 reuring is, rond een centrale kern. Het gebied wordt ontsloten via twee verkeersontsluitingen, via een insnijding op het Emmaviaduct voor de bus- en auto en via (een doorbraak van) de Parkweg voor het langzaam verkeer. Omdat de ambitie is om in het gebied geen auto’s in het zicht te hebben, gaat de visie uit van de realisatie van een parkeergarage onder het (toekomstige) busstation. Deze parkeergarage is bedoeld om in het kader van de gebiedsontwikkeling aan de eerste parkeervraag te kunnen voldoen. Deze garage is nadrukkelijk niet bedoeld voor P&R, maar als voorziening voor bewoners en medewerkers in het gebied. Zo snel mogelijk na de oplevering van het hoofdstation willen we het eerste programma in het gebied aan de zuidzijde laten landen. Dit impliceert dat vooruitlopend hierop geïnvesteerd moet worden in de aanleg van de parkeergarage en de gebiedsontsluitingen. We stellen in 2021 400 duizend euro structureel beschikbaar en vanaf 2023 1,956 miljoen euro structureel.

38. Terugdringen autoverkeer, fiets & OV
We houden ook de komende jaren rekening met een financieringsbehoefte voor de verbetering van het fietsnetwerk en het openbaar vervoersysteem. Hiervoor stellen we 235 duizend euro structureel beschikbaar in 2020 en 253 duizend euro vanaf 2022.

39. Oosterhamrikzone
De investeringen in de infrastructuur zijn gericht op het verminderen van het aantal autobewegingen binnen de ring. Zo kunnen de luchtkwaliteit en de leefbaarheid fors verbeteren. In dit licht zoeken we naar alternatieven voor de autoverbinding door de Oosterhamrikzone (OHZ). Deze verbinding komt pas in beeld als alternatieven niet voldoen en alleen dan als de negatieve effecten van een autoverbinding in de omgeving substantieel worden opgevangen. De leefkwaliteit staat voorop en om deze zo goed mogelijk te borgen betrekken we belanghebbenden hierbij. We gaan verder met de planvorming van zowel de OHZ als de alternatieven, zodat we in 2021 een afgewogen besluit kunnen nemen. We stellen 250 duizend euro structureel beschikbaar vanaf 2021.

40. Uitvoeren woonvisie
De opgaven onder Groningen Groeit zijn gebaseerd op Next City en recente meerjarenprogramma’s. Dat betekent onder andere: faciliteren van de groei van de gemeente, met leefkwaliteit als centraal thema (met een eigen programma). Dat vertaalt zich in een forse bouwopgave van 20.000 woningen (vooral binnenstedelijk), maatregelen om ondanks die groei de gemeente goed bereikbaar te houden met een veilige en gezonde leefomgeving en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Voor het uitvoeren van de woonvisie is in 2019 175 duizend euro beschikbaar gesteld. Vanaf 2020 stellen we 350 duizend euro structureel beschikbaar.

41. Stadshavens
Uw raad heeft in april 2018 opdracht gegeven om voor deelgebied 1 (het gebied tussen Sontweg en Damsterdiep) een stedenbouwkundig plan en een daarbij horende gebiedsbegroting op te stellen.
Gezien het belang dat we toekennen aan het beschikbaar krijgen van gemengde woon-/werklocaties en de vraag in de markt, stellen we voor deze ontwikkeling door te zetten. De planning is erop gericht dat de uitvoering in 2020 kan starten. De kosten voor de bodemsanering en de niet aan de grondexploitatie toe te rekenen kosten schatten we op 20 tot 60 miljoen euro. We houden rekening met het tekort door vanaf 2020 cumulatief jaarlijks 200 duizend euro beschikbaar stellen.

42. Onderwijshuisvesting
Een groot deel van de schoolgebouwen van het basis- speciaal en voortgezet onderwijs is ouder dan 40 jaar. Deze voldoen lang niet altijd meer aan de huidige onderwijskundige inzichten, de huidige energetische uitgangspunten, kunnen niet meer met inzet van regulier onderhoud kwalitatief op peil worden gehouden. In een nieuw Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2019-2022 willen we met alle schoolbesturen en de nieuwe gemeenteraad de ambities vastleggen. We stellen hiervoor een extra structurele bijdrage beschikbaar van 1,5 miljoen euro in 2020 oplopend tot 2,5 miljoen euro vanaf 2021.

43. Huisvesting Vrijdag
De huidige indeling naar disciplines (theater, beeldend en muziek) van de VRIJDAG gebouwen staat een meer inhoudelijke samenwerking tussen de disciplines, samenwerking met externe partijen en daarmee vernieuwing in de weg. De taken en activiteiten zijn nu verspreid over twee gebouwen in de Groninger binnenstad en een gebouw nabij het Noorderplantsoen. Huisvesting op één plek in de binnenstad heeft de voorkeur. Vooruitlopend op definitieve huisvesting Vrijdag is 250 duizend euro gereserveerd.

44. Beheer en onderhoud synagoge
De Stichting Oude Groninger Kerken heeft in 2009 het beheer en onderhoud van de Synagoge in de Folkingestraat overgenomen. Bij die overname is afgesproken dat de SOGK van de gemeente een jaarlijkse bijdrage ontvangt voor de kosten van beheer , onderhoud en de eigenaarslasten. Onze insteek was dit te bekostigen vanuit middelen voor monumentenzorg maar dit is niet volledig mogelijk. We stellen voor in 2020 32,5 duizend euro beschikbaar te stellen.

45. Cultuurpas en marketing
Bij de bespreking van de Cultuurnota 2017-2020 heeft uw raad een motie aangenomen over een onderzoek naar de mogelijkheden van een cultuurpas. De kosten voor de pas voor bewoners willen we graag laag houden om cultuurparticipatie te stimuleren. Een deel van de kosten van de pas bestaan uit transactiekosten en ander deel uit campagne kosten. We stellen voor in 2020 hiervoor 25 duizend euro beschikbaar te stellen.

46. Broedplaatsen en ateliers
Er wordt een stijgende behoefte aan ruimte voor broedplaatsen (de creatieve sector is de snelst groeiende sector uit ons gemeentelijk speerpuntenbeleid) voorzien en afnemende beschikbaarheid. De Quickscan Broedplaatsenbeleid en ateliers laat zien dat we maatregelen moeten nemen om het creatieve en innovatieve klimaat, dat juist kon gedijen bij de goedkope ruimte in leegstaand vastgoed, te kunnen behouden. We stellen voor in 2020 hiervoor 132,5 duizend euro beschikbaar te stellen.

47. Subsidies en bijdragen instellingen
We stellen in 2020 94 duizend euro voor ophogen van het budget Urban House, Noordpool Orkest, structurele subsidie Prime en de tijdelijke subsidie Music & Fun.

48. Cultuurnota
Voor 2020 hebben we inzet van de middelen voor cultuur geprioriteerd. Vanaf 2021 zullen de beschikbare middelen worden betrokken bij de integrale afweging van de cultuurnota.

49. Co-investeringsfonds Sport
Uw raad heeft het co-investeringsfonds sportaccommodaties ingesteld. Het fonds is bedoeld voor uitbreiding en nieuwbouw van sportaccommodaties en voor cofinanciering van investeringen van sportclubs. Het fonds wordt gevoed uit de intensiveringsmiddelen sport (structureel 150 duizend euro per jaar) en de vrijval kapitaallasten sport. Het structurele deel is reeds ingezet en de incidentele voeding droogt op door een andere afschrijvingssystematiek. We stellen daarom voor 2020 incidenteel 67 duizend beschikbaar voor het Co-investeringsfonds sport.

50. Vervangen kunstgrasvelden
Uit onderzoek blijkt dat er risico’s zijn voor het milieu bij toepassing van SBR rubbergranulaat in de kunstgrasvelden. De korrels verspreiden zich naar de omgeving en er vindt uitloog (van met name zink) plaats naar onder andere het drainagewater en de oorspronkelijke bodem op langere termijn. Er zijn geen gezondheidsrisico’s voor de mens. We hebben besloten te kiezen voor een andere toplaag en milieumaatregelen. De investeringen om 7 kunstgrasvelden in 2019 te renoveren leiden tot aanvullende kapitaalslasten. Wij stellen voor hiermee rekening te houden en in 2020 8 duizend euro beschikbaar te stellen oplopend tot 95 duizend euro in 2022.

51. Capaciteit Toezicht & Handhaving openbare ruimte
Al langere tijd wordt er gesproken over de benodigde toezicht- en handhavingscapaciteit voor onze gemeente. Uit de veiligheidsmonitor blijkt dat het qua veiligheid goed gaat. Toch blijft op veel handhavingsterreinen de toenemende druk op toezicht- en handhaving bestaan. In 2019 is 250 duizend euro structureel beschikbaar gesteld en vanaf 2020 stellen we structureel 300 duizend euro beschikbaar. (De overheadkosten van het SSC zijn inbegrepen in de beschikbaar gestelde middelen).

52. Capaciteit Toezicht & Handhaving overig
Voor de uitbreiding van VTH-taken op het gebied van ondermijning, Bibob en Damocles stellen we vanaf 2020 100 duizend euro beschikbaar (dit was in 2019: 50 duizend euro structureel). Voor de doorontwikkeling van de meldkamer van Stadstoezicht en een permanente inrichting van het VeiligheidsTeam voor evenementen stellen we vanaf 2020 100 duizend euro beschikbaar. (De overheadkosten van het SSC zijn inbegrepen in de beschikbaar gestelde middelen).

53. Gebiedsgericht werken
Gebiedsgericht werken is een bij gemeentelijk beleid te bevorderen en ondersteunen. Daarnaast jagen we hiermee een integrale gemeentelijke aanpak van opgaven in wijken aan. Voor de uitvoering van de programma's stellen we extra middelen beschikbaar. Voor de jaren 2020 t/m 2022 stellen we 2,150 miljoen euro beschikbaar.
Daarnaast stellen we middelen beschikbaar voor gebiedsgericht werken vanuit budgetten van verschillende programmabudgetten. We stellen 1,075 miljoen euro beschikbaar voor het onderbrengen van Haren en ten Boer bij gebiedszaken.

54. Digitale dienstverlening
De digitalisering van de samenleving heeft een grote impact op de gemeente. Deze impact betreft met name de veranderende interactie met burgers, de grotere rol van data in de taakuitvoering, de transitie naar gemeentebrede en overheidsbrede dienstverlening en de noodzaak van continue innovatie en aanpassing aan veranderende verwachtingen van de maatschappij. Deze veranderingen kunnen deels binnen de organisatie worden gerealiseerd maar vereisen ook de ontwikkeling van nieuwe relaties met burgers, bedrijven en andere overheden en instanties. We stellen hiervoor incidenteel middelen beschikbaar: 440 duizend euro in 2020 aflopend tot 220 duizend euro in 2022.

55. Compensatie OZB niet woningen Haren & ten Boer
De harmonisatie van de OZB leidt voor bedrijven in de oude gemeenten Haren en Ten Boer tot een forse lastenstijging. Bedrijven in Haren en Ten Boer betalen na herindeling meer aan OZB dan daarvoor. We willen voor deze bedrijven daarom een compensatieregeling treffen. We stellen hiervoor in 2020 1,080 miljoen euro beschikbaar aflopend tot 540 duizend euro in 2022.

56. Digitalisering archiefbestanden en Transitie DIV
Digitaal werken is noodzakelijk om aansluiting te houden met de digitalisering van de maatschappij. Informatie delen en verrijken zijn daarin belangrijke thema’s. Om dat te kunnen moet de basis op orde zijn. Er is geconstateerd dat er grote knelpunten zijn in de analoge en digitale archivering. De maatregelen zijn in een programma uitgewerkt, maar vragen een forse financiële en personele inspanning. We stellen voor de digitalisering van archiefbestanden 140 duizend euro beschikbaar in 2020 t/m 2022. Voor de transitie van DIV stellen we in 2020 en 2021 respectievelijke 561 duizend euro en 298 duizend beschikbaar.

57. Huur Oosterboog
De huurovereenkomst voor het pand Oosterboog loopt af eind 2018 en zou niet worden verlengd. De huidige gebruikers van de Oosterboog (DMO, Regiovisie/Groningen Bereikbaar en WIJ Centrum) blijven echter hier gehuisvest de komende jaren. Wij hebben elders geen kantoorruimte beschikbaar om deze gebruikers te huisvesten. We stellen 125 duizend euro beschikbaar tot 2022 om het pand Oosterboog beschikbaar te houden voor huisvesting.

58. Huur I&A
We huren een pand aan de Griffeweg zodat onderdelen van I&A uitgeplaatst konden worden om het Noordelijke Belastingkantoor te huisvesten aan de Trompsingel. De huur is voor de verwachte duur van de reorganisatie I&A. De reorganisatie is echter nog niet afgerond. We stellen voor om in 2020 en 2021 hiervoor respectievelijk 196 duizend euro en 141 duizend euro beschikbaar te stellen.

59. Vorming GBI
In de meerjarenbegroting is met ingang van 2018 een besparing van de uitvoeringskosten van structureel 250 duizend euro opgenomen in verband met de vorming van een Gemeenschappelijke Backoffice Inkomen. De vorming van het GBI loopt vertraging op onder andere doordat de technische kant van de backoffice op zijn vroegst in 2021 operationeel is. De besparing kan als gevolg hiervan ook pas vanaf dat moment worden gerealiseerd. Wij stellen voor de geraamde besparing in 2020 te laten vervallen.

60. Subsidies beheer & accommodaties
Buurtcentra zijn van belang voor de sociale cohesie. Met de komst van de WIJ en het GON zijn er algemene, laagdrempelige voorzieningen in de wijk hard nodig. Bij een aantal accommodaties kennen we knelpunten. Wij stellen hiervoor vanaf 2020 50 duizend euro structureel beschikbaar. Daarnaast stellen we incidenteel 35 duizend euro beschikbaar in 2020 en 25 duizend euro in de jaren 2021 en 2022.

61. Outsourcing ICT
In de begroting houden we rekening met een bezuinigingstaakstelling van 5 miljoen euro door outsourcing van de ICT-dienstverlening. Adviesbureau Quint heeft in 2015 onderzocht op welke wijze deze taakstelling gerealiseerd kan worden. Bij de begroting 2017 is de businesscase geactualiseerd en zijn de geactualiseerde verwachte tekorten voor de jaren 2017-2020 in de begroting opgenomen. De verwachte tekorten in de periode 2017 – 2020 worden ten laste van het weerstandsvermogen gebracht. In 2020 bedraagt het tekort 1,3 miljoen euro. De omvang van de structurele besparing vanaf 2021 wordt duidelijk nadat de uitkomsten van de aanbesteding bekend zijn.